Eerste
bouwfase
Direct na aanstelling ging alle aandacht uit naar de eerste bouwfase van Museum
Schokland. Het plaatsen van een nieuwe zeewering en de bouw van een nieuwe
administratie met inrichting. Zo zorgvuldig als er later met de oppervlakte van
de terplagen werd omgegaan zo nonchalant ging dat bij de bouw van de
administratie. Ik zie de heipalen nog voorgereden worden. Als lucifersstokjes
dreef de heimachine voor een groot aantal genodigden de betonkolossen door de
weke terpgrond. Sommige van 7 m waren zelfs te kort en moesten van een extra
muts worden voorzien. Met dit schoonheidsfoutje was Monumentenzorg achteraf niet
zo blij. Op 17 juli van dat jaar werden zeewering en administratie onder luid
kanongebulder 'open' geschoten.
Wisselexposities
De periode dat ik aan Museum Schokland verbonden ben geweest ging vanaf het
begin gepaard met een nieuwe doelstelling; in eigen huis werden vanaf dat moment
met regelmaat exposities ontworpen en opgesteld. Dat ging in 1985 zover dat twee
exposities ook nog door het land gingen reizen. Liefst 10 maal heb ik ze
eigenhandig opgebouwd en afgebroken. Later heb ik dat niet meer gestimuleerd.
Van alle exposities vond ik Urnen delven de meest fraaie. Dit was een expositie
over hoe kunstenaars in de afgelopen eeuwen tegen opgravingen hebben aangekeken,
aangevuld met waardevolle stukken uit betreffende opgravingen. Een snoepje!
Onderhandeling
Tot in dat zelfde jaar duurden de onderhandelingen voor mogelijke
rechtsoverdracht van het museum tussen de RIJP en Gemeente Noordoostpolder. Maar
liefst dertien jaar onderhandelen leverde één verliezer op: het museum! Van een
aanvankelijk redelijk groot gepland museum kon door de geldontwaarding van al
die jaren nog slechts een klein museum worden gebouwd. Tja!
Tweede bouwfase
Nagenoeg heel 1986 stond in het teken van het ontruimen van alle oude gebouwen,
opslaan en scheiding van collecties tussen Schokland en Ketelhaven, begeleiding
bouw, ontwerp en herinrichting. Op 1 oktober 1987, op de dag en het uur
nauwkeurig dat het nieuwe museum werd overgedragen en geopend, brandde Nieuw
Land in Lelystad tot aan de grond toe af. Dit laatste was wel nieuws voor de
journaaluitzendingen. Geen nood, Museum Schokland zou nog menigmaal over de buis
rollen.
Mammoeten etc.
De eerste grote expositie in het hernieuwde museum stond in het teken van de
wolharige mammoet. Er zouden nog vele volgen waarvan die over dino's en de
Siberische mammoeten in Emmeloord wel de meest spraakmakende zijn geweest.
Van
Ulsen-cyclus
In de zomer van 1990, 1991 en 1992 werden respectievelijk Prediker, Job en
Genesis door Henk van Ulsen opgevoerd. In totaal maar liefst 140 voorstellingen.
Van Ulsen en ik bedachten samen steeds een nieuw spraakmakend decor en schaafden
aan de teksten. Hij speelde, ondergetekende deed de algehele productie.
Uiteindelijk is Job nog tweemaal op de tv uitgezonden. Als de kerk in 1993 niet
de bestemming van trouwzaal had gekregen zou wellicht het beroemde Dagboek van
een gek voor 80 avonden op stapel zijn gezet. Een passend decor kon onmogelijk
maanden blijven staan, er stonden reeds huwelijksvoltrekkingen geboekt.
Herinrichting kerk
Ook zonder herinrichting van de kerk had deze ruimte passend gemaakt kunnen
worden als trouwzaal. Deze herinrichting in het kader van een wisselexpositie
kreeg al snel de functie van een permanente en heeft de aanzet tot
huwelijksvoltrekkingen zeker versneld.
Milion, Historion
Het is steeds mijn streven geweest de uitzonderlijke geschiedenis van het
Noordoostpoldergebied in een ruimer kader en in mijn optiek aan die geschiedenis
verplicht, op waardige wijze te presenteren. Het bestaande museum voldeed
daarvoor geenszins aan de gestelde eisen. Zowel het plan Milion, mogelijk latere
vergroting Museum Schokland alswe! een persoonlijke poging het voormalig
Domeinkantoor tot geschikt museum om te bouwen vonden geen genade. Het geheel
heeft me wel doen besluiten in 1995 vrijwillig ontslag te nemen.
Voorlichting
Het was niet alleen mijn taak maar ook mijn passie de geschiedenis van Flevoland
en die van de Noordoostpolder in het bijzonder uit te dragen aan een breed
publiek. Het aantal kranten-, radio- en tv-interviews kan ik bij benadering niet
schatten, het aantal spreekbeurten in het gehele land al helemaal niet. Voor een
Amerikaanse serie Believe it or not moest eens een (onzichtbaar) loopplateau
over de zeewering bij de kerk aangebracht worden. Zogenaamd relaxed en daar
overheen lopend moest verhaal worden gedaan naar een camera die 150 m de akker
op stond. De regisseur meende te weten dat je slechts op deze manier een
‘eiland-op-het-droge-gevoel' kon overbrengen. Rare Chinezen die Amerikanen.
Zwarte
pagina
De zwarte bladzij uit de geschiedenis van Schokland, het ontvolkingsjaar 1859,
heb ik nooit los kunnen zien van het wereldgebeuren in datzelfde jaar.
Internationaal werd uitgedragen dat onder leiding van Ferdinand de Lesseps een
aanvang werd gemaakt met het graven van het Suezkanaal. De Britse
natuuronderzoeker Charles Darwin zorgde voor nog meer commotie met z'n
publicatie The origin of species,de theorie van de organische evolutie.
Over de exodus van Schokland verschenen geen aangrijpende publicaties. Maar,
zoals het met aandacht voor historische feiten wel vaker het geval is, kleine-
of bijzaken krijgen later vaak een plaats. Het Suezkanaal is in ieder geval niet
op de lijst van werelderfgoed geplaatst. Hoe snel kan de geest van de tijd
veranderen. Ik ben er van overtuigd als morgen de evacuatie van 700 Schokkers
zou plaatsvinden, alle internationale tv-stations zich zouden verdringen, CNN
voorop.
Geen Schokker gevoel
Regelmatig is aan mij de vraag gesteld of ik ook Schokker bloed in de aderen
had. Echter 'wat ick niet heb, sal ick oock niet sijn'. Het is me meerdere malen
aangewreven te weinig aandacht voor de Schokland-geschiedenis te hebben.
Aandacht wel degelijk! Het in ruime mate exposeren van voorwerpen die met de
Schokker cultuur te maken hadden, of moet ik misschien zeggen, zogenaamd te
maken hadden? Nee. Daarvoor was veel te weinig oorspronkelijk materiaal. Nog
steeds worden voorwerpen tentoongesteld die de toets van de kritiek niet kunnen
doorstaan. Welzeker begrijp ik dat de gevraagde behoefte tot inwilliging leidt,
echter, hoe zit het dan met de museale ethiek? Voorbeeld, het persoonlijk
reinigen van de voorzijde van de zogenaamde Schokker kanselbijbel gaf initialen,
plaats en jaartal prijs die op geen enkele wijze overeenstemden met het
noodzakelijke jaar van aanschaf. Op dat moment wordt zelfs een bijbel te licht
bevonden. Neemt niet weg dat ik de huidige opstelling zeker kan waarderen. De
replica van het Ommer doopvont had van mij niet in de kerk mogen staan. Deze
verdient een plaats in de Schokland-expositie. Een kopie van de heilige Michaël
zet je er ook niet neer.
Waardevol
Toch is het beste door mij achtergelaten wellicht iets Schokkers, namelijk de
heringerichte museumkerk in de stijl van voor 1859. Weliswaar met materiaal van
elders en toch hoofdzakelijk uit dezelfde periode en ook nog uit een
Waterstaatskerkje. In samenhang met het gehele kerkgebouw zou dat wel eens het
meest echte van heel voormalig Schokland kunnen zijn. Wie zou dat bijzondere en
's avonds zo fraai uitgelicht monument nog willen missen?
Komen en gaan
Het ging met mij zoals bij veel documentaires, begin en eind hebben doorgaans
dezelfde strekking. Mijn eerste volledige expositie die ik inrichtte in 1982
ging over de Noordoostpolder in bezettingstijd, in 1995 eindigde ik met de
bevrijding van hetzelfde gebied, ... en zie, het was zeer goed!
Illustraties
1 De jaren tachtig, tijd van grote veranderingen door de grootscheepse nieuwbouw
2 De door Oosterhof vereeuwigde prehistorische voetafdruk gevonden op kavel
P14,aan de oever van de voormalige Vecht
3a, 3b Expositie “Levend lijk’. Prins Bernhard, burgemeester Hofstee Holtrop, Oosterhof
4 Expositie mammoeten (in Emmeloord) Prins Bernhard, burgemeester Knip,
Oosterhof