Voor
de Nederlandse steden was het verbond van en met de Duitse en Noord-Europese
handelssteden van groot belang (13e tot 18e eeuw). Het was een verbond van
steden die gezamenlijk voor veiligheid van handel en bedrijf zorgden. Uiteraard
was het samen verdedigen van verworven rechten ook een belangrijk
gemeenschappelijk doel.
Tal van Nederlandse steden waren lid: Gelderse steden als Zutphen, Arnhem,
Harderwijk en Elburg ; Overijsselse steden als Kampen, Hasselt, Deventer en
Zwolle en Friese steden als Stavoren en Bolsward.
De tijd van de Hanze is de tijd van de koggen. In de Deventer archieven bevinden zich stukken uit de late Middeleeuwen waarin melding wordt gemaakt van een 'Kunrencogghe' met turf en van 'koeynre kogghen' die tijdens de Hollands-Friese oorlog vee over de Zuiderzee vervoerden.
In de provincie Flevoland zijn veel resten van schepen gevonden. Alleen al in
de Noordoostpolder circa 200, waaronder ook resten van enkele koggen.
Met behulp van die vondsten kan men zich een beeld vormen van dit type schip.
Het waren schepen met een platte bodem die een voor die tijd grote vracht tot
200 ton konden vervoeren.
In Almere werd in 1986 een kogge gevonden uit het eerste kwart van de 15e eeuw.
Daarbij werden tal van voorwerpen gevonden: een houten klepper, zilveren munten
en een ridderspoor.
De schepen waren overnaads gebouwd. Dat wil zeggen dat de huidplanken een klein
stukje over elkaar lagen als dakpannen.In het overlappende gedeelte werden de
huidplanken onderling aan elkaar bevestigd met behulp van spijkers of
klinknagels.
Op het plaatje zie je de strijd tussen twee koggen. Het hoge kasteel aan voor en achterzijde was uit militair oogpunt een groot voordeel.
In 1416 had Kampen zo’n 12.000 inwoners en 120 schepen ‘by der see’, een zeevloot die waarschijnlijk groter was dan die van alle Noord-Nederlandse havensteden samen. In Kampen werd recent een kogge, waarvan het wrakhout op 1336 werd gedateerd, nagebouwd. Kampen is de enige stad in Nederland die zo'n gereconstrueerde kogge heeft.