Snuffelend in het Rijksarchief te Zwolle werd de interesse gewekt voor de gespikkelde huwelijken op Schokland (18e eeuw). Schokker meisjes werden verliefd op Schokker jongens en natuurlijk omgekeerd en leefden nog lang en gelukkig. De werkelijkheid was, dat er grote problemen konden ontstaan, die samenhingen met de godsdienst. De buurtschap Ens was namelijk protestants en Emmeloord was vrijwel geheel katholiek. Maar de liefde was sterker dan de kerkelijke scheiding.
Tegenwoordig worden dat gemengde huwelijken genoemd en daarin ligt nu niet een negatieve beoordeling opgesloten. Dat was toen duidelijk anders. Katholiek en protestant stonden fel tegenover elkaar en meenden beide dat er maar één ware religie was. En wat het huwelijk betreft: twee geloven op één kussen, daar sliep de duivel tussen. De situatie werd verslechterd doordat er geen scheiding was tussen kerk en staat. Zo hadden de Staten van Overijssel sedert 1593 de instructie ontvangen om de "gereformeerde christelijke religie” te helpen planten en alleen kerkdienaars van die religie toe te laten.
De drost van IJsselmuiden, A. W. B van Pallandt, had als de vertegenwoordiger van de stadhouder een brief van de predikant van Ens ontvangen waarin de katholieke praktijken aan de kaak werden gesteld. De drost meldde dit vervolgens aan de Staten van Overijssel met het verzoek de handelwijze van de katholieken te verbieden en krachtdadig op te treden. Onder de drost stond weer de schout van Ens. Ter verduidelijking: aan de predikant van Ens was de taak opgedragen om de katholieke bewoners te "protestantiseren”. Dat proces verliep maar uiterst moeizaam. De "Roomsgezinden” werkten niet mee en wensten trouw te blijven aan het oude geloof. Zij permitteerden zich zelfs "verregaande stoutigheden” en bedienden zich naar de visie van de protestanten nog van slinkse wegen ook. De katholieken hadden de mazen van de wet ontdekt. Zo werden de kinderen uit Ens, geboren uit de gespikkelde huwelijken, ondergebracht bij katholieke gezinnen om toch maar vooral katholiek te worden opgevoed. En dat gebeurde dus tegen het uitdrukkelijke bevel van de Staten van Overijssel, die hadden bevolen dat de kinderen opgevoed moesten worden volgens de beginselen der gereformeerde religie. Het is deze "verregaande stoutigheid”, brutaliteit dus, waar de drost van Overijssel zich boos over maakte.
In de Bijbel komen we de term "gespikkeld" tegen in Genesis 30. Daarin wordt
verteld van Jacob en Laban. En in dit verhaal gaat het ook over huwelijken, maar
ook (volgens huidige normen) over list en bedrog. Jacob was naar zijn oom Laban
getrokken in het verre Mesopotamië, waar de familie van zijn moeder nog woonde.
Daar moest hij een vrouw zoeken en niet in Kanaän onder de heidense
Hethietische vrouwen. Laban ontdekte dat Jakob een uitstekende werkkracht voor
hem was en liet hem, volgens de gebruiken van die tijd, zeven jaar werken voor
de beloofde bruid Rachel. Toen evenwel de sluier was afgelegd bleek Jacob
bedrogen te zijn. Laban had hem de minder lieftallige Lea gegeven, met het
smoesje dat eerst de oudste dochter uitgehuwelijkt behoorde te worden. Jacob
voelde zich bedrogen, maar bleef opnieuw zeven jaar, omdat hij niet zonder de
schone Rachel wilde vertrekken. Maar toen hij daarna terug wilde naar Kanaän
wist Laban hem opnieuw te strikken als werkkracht. Als beloning voor het werk
zou hij vervolgens het gespikkelde jongvee, de nieuw geboren schapen en geiten, ontvangen. Laban dacht opnieuw aan een koopje, maar Jacob was hem nu te slim
af. Hij legde, volgens het verhaal, 's nachts geschilde twijgen van populieren,
amandelbomen en platanen in de drinkbakken, waardoor er veel gespikkelde
lammetjes werden geboren. En toen Laban het gespikkelde vee wilde, liet Jacob
het uiteraard weer achterwege, zodat er uitsluitend wit vee werd geboren. In
deze verhalen is er voortdurend sprake van list en bedrog.
De "gereformeerden” gebruikten graag Bijbelse woorden en tekst en zo raakten de
gespikkelde huwelijken in de documenten van het Rijksarchief. Toch markeren deze
huwelijken reeds een periode van minder grote vijandschap tussen protestant en
katholiek.
Aaldert Pol en Jan D.Wildeboer
Zie ook het hedendaagse verhaal van Lamy Eeken-Beekhuis, Schokker nazaat van Van der Molen, op Mijn Zuiderzee.
Bronnen:De Vriendenkring, herfst 1991, pag.8,9,10; Historisch Centrum Overijssel (HCO), Statenarchief, inv.4835,4919