Een arbeider wandelt door het riet van het veer bij Ramspol naar Schokland (1941).
foto: collectie Museum Schokland
In 1942 was het eiland Schokland ingelijfd bij de Noordoostpolder. Hoewel de bond Heemschut een poging deed om het eiland als natuurreservaat te behouden, geloofden velen dat het eiland vanwege de veenondergrond langzaam zou verzinken in het nieuwe land en er één mee worden. Weer anderen wilden de ruïne van de middeleeuwse kerk op de Zuidpunt behouden.
Gedurende de Duitse bezetting werd de inrichting van de polder voortgezet, want de Duitsers verwachtten veel van de graanopbrengst in het ‘onderduikersparadijs’. Toch werd het hout van de oude zeeweringen gesloopt en gebruikt voor allerlei doeleinden en het eiland werd gewoon mee verkaveld als landbouwgrond. Wel werden de contouren gemarkeerd met een groene zoom en op de slecht doorlatende (keileem)gronden ten westen van het eiland kwam een boscomplex: het Schokkerbos.