Vanaf 1660, na de aankoop van Emmeloord en Urk, speelde Holland, met name Amsterdam, een steeds grotere rol in het behoud van het eiland en de beveiliging van de vaarroutes. Deze kaart uit 1743 bevat een gedeelte van Overijssel. Op de kaart staat een verdeeld Schokland. Het noorden viel bestuurlijk onder het bewind van Amsterdam, het zuiden onder Overijssel. De kaart was een hernieuwde en aangevulde uitgave van die van Nicolaas ten Have uit 1648 en werd gedrukt door Jan de Lat in 1743.
De verschillen met ons huidige bestuur zijn groot. Bestuur, rechtspraak en wetgeving bevonden zich toen in één hand, zodat personen die als bestuurder optraden ook in hetzelfde ressort in meer of mindere mate ook met rechtspraak en wetgeving te maken hadden. Dat hield in dat bestuursdistricten vaak samenvielen met de ressorten van rechters en rechtsprekende instellingen.
Er waren (na 1578) drie bestuurslagen te onderscheiden: als eerste laag de stadhouder en de Staten van het gewest, als tweede laag de magistraten in de steden en als derde laag de drosten op het platteland en schouten of richters. Ens ressorteerde onder het schoutambt IJsselmuiden.
Kaarten werden met veel informatieve gegevens aangeboden. De toenmalige vaarweg
van Kampen naar zee liep via het Ganzendiep. Dat was toen al niet gemakkelijk
gezien de aanwezigheid van het ‘Camper sandt’. De vaargeul door ’t Nieuwe diep’
moest van duidelijke bakens voorzien worden. Deze geul werd steeds moeilijker te
bevaren en ten slotte werd het Keteldiep de nieuwe vaarweg naar de Zuiderzee.
In ’t Zwolsche diep’ ontbreken nog de leidammen en de lichtwachterwoning
Kraggenburg, gebouwd in 1845. Die leidammen moesten het mogelijk maken dat
zeeschepen Zwolle konden bereiken.
In de marge links worden de havezaten van Vollenhove nog vermeld: “Oldhuis, Marxvelt, Lindenhorst, Haare, Remenshuizen, Plattenburg, Oude Ruitenburg, Nijerwal, Cannevelt, Hagensdorp, Benthuis, Westerholt".