Foto: de botter van visser Hendrik Diender uit Kampen, de KP 61, vaart de haven van Emmeloord binnen.
De haven van Emmeloord diende niet alleen als schuilplaats, maar er was in 1915 ook een visafslag opgericht op verzoek van de Zuiderzeevisserijraad. Het waren vooral de vissers uit Volendam die ijverden voor een visafslag op Schokland. Met de vaak heersende westenwinden dreven zij met de ‘wonderkuil’ richting Schokland. Het was voor hen zeer voordelig om daar meteen de verse vis te verkopen.
Het overgrote deel van de naar Vollenhove vertrokken Schokkers vond er een bestaan in de visserij, terwijl anderen een winkel openden of als schipper bleven varen. De vissersvloot bleef, afgezien van de komst van 34 Schokkervissers, waarvan 15 een eigen schuit bezaten, tot 1870 nagenoeg van dezelfde grootte.
Rechts: ansicht van de haven van Vollenhove (1908)
Gevaren werd in Vollenhove veelal met een Vollenhoofse Schokker of Bons (afbeelding). In 1893 was de vloot op zijn hoogtepunt met 114 schuiten. Vijf vissers, die in 1915 nog met een schuit de visserij beoefenden, bezaten deze in 1921 niet meer en hadden zich In de tussenliggende periode een (goedkopere) bol aangeschaft bij scheepswerf Kroese.