Toen de Schokkers in 1859 hun eiland verlieten, stonden er nog twee
kerken: een op de Middelbuurt, de kerk van de Nederlands Hervormde
gemeente - het huidige museumkerkje - en een aan de haven van
Oud-Emmeloord de H(eilige) Michaëlkerk, de grootste van de
twee. Van de zevenhonderd eilandbewoners waren er vijfhonderd
katholiek. Die kerk werd in 1860 afgebroken en het materiaal werd voor
hergebruik naar Ommen verscheept. Van de inventaris van deze kerk is
gelukkig nog een en ander bewaard gebleven, soms ver van Schokland
vandaan. Maar ook dichtbij - in de Noordoostpolder! - zijn nog een paar
herinneringen. In 1945 werd in het hart van de polder een nieuwe
parochie gesticht, genoemd naar de schutspatroon Michaël van
de r.-k. Schokkers. En toen ruim tien jaar later de parochie in
Emmeloord de nieuwe kerk aan het Pastoor Koopmansplein betrok, kon
daarin een bijzonder paneeltje worden opgehangen met daarop de
afbeelding van de aartsengel Michaël. Het had eens gehangen in
de H. Michaël-kerk op Schokland.
Aartsengel Michaël met geheven zwaard om de draak (in
mensengedaante met klauwen) te doden. Dit Michaël-paneeltje
hing aanvankelijk in de H. Michaël-kerk op Schokland,
verhuisde in 1860 naar Vollenhove en hangt thans in de St.
Michaël-parochie te Emmeloord.
Beide bovengenoemde kerken waren nog maar pas gebouwd toen de
beslissing over de ontruiming viel: het kerkje van de
Nederlands Hervormde gemeente pas 25 jaar oud en de H.
Michaël-kerk nog maar 17. Die nieuwbouw was dringend
noodzakelijk geworden na de verwoestende stormvloed van 1825. Op het
moment van de nieuwbouw werd nog geen moment gedacht aan een
eventuele ontruiming.
Als je nu aan de haven van Oud-Emmeloord staat, kun je je maar moeilijk
voorstellen dat op het smalle strookje grond eens de grootste kerk van
het eiland stond.
Gelukkig echter overleefde één der kerken de
ontruiming en daardoor is het thans mogelijk een vergelijking te maken
tussen de twee kerken. Ze werden beide in dezelfde tijd gebouwd. En
… ook nog door dezelfde aannemer: Jan Zwolsman uit het
naburige Kuinre. Voor de beide geloofsgemeenschappen gold dat de
financiële middelen van elders moesten komen. Het
gevolg was uiteraard een sobere bouw. Kathedralen konden op
Schokland in de 19de eeuw niet (meer?) gebouwd worden.
Waterstaatskerken
Beide kerken worden wel eens waterstaatskerken genoemd. Deze
benaming kan echter veel misverstanden oproepen. Ter toelichting even
het volgende: tijdens de Franse tijd werden kerk en staat gescheiden en
kwam er een eind aan de bevoorrechte positie van het protestantisme in
casu de Gereformeerde kerk. Er kwam vrijheid van
godsdienst waarvan ook de katholieken profiteerden. Zij
kregen - zij het moeizaam - ook enkele kerken toegewezen. Nadat de
Fransen waren verdwenen, volgde een periode van restauratie
en werd de invloed van de staat weer groter, ook in kerkelijke zaken.
Katholiek Nederland behield echter wel het recht op eigen
kerken.
Koning Willem I bepaalde in 1824 bij Koninklijk
Besluit dat er geen nieuwe kerken gebouwd noch bestaande
gewijzigd mochten worden zonder voorafgaande koninklijke
goedkeuring. De uitvoering van dit besluit werd opgedragen aan
de ministers van Binnenlandse Zaken, Openbare Werken en
Waterstaat. En Waterstaat beschikte over ingenieurs,
die bouwtekeningen konden maken en beoordelen. Zo kregen de kerken in
die tijd het predicaat Waterstaatskerken, maar met dit etiket is dus
weinig gezegd. We gebruiken de term liever niet.
Overeenkomst
Er was grote overeenkomst in bouwwijze van de beide kerken.
Aannemer Zwolsman koppelde kerk en pastorie aan elkaar onder
één dak. Beide voorgangers konden dus
binnendoor hun kerk betreden. Architectonische
overwegingen hebben bij dit type bouw nauwelijks een rol
gespeeld. Bepalend was vooral de kostenfactor, aangezien beide
geloofsgemeenschappen afhankelijk waren van de rijksoverheid.
Er was een belangrijk verschil. Terwijl de
Michaël-kerk en pastorie samen een rechthoek vormden,
was dat niet het geval op de Middelbuurt. Daar was de predikantswoning
breder en had zelfs een grotere vloeroppervlakte dan de kerk. De
entreezijde van de kerk op de Middelbuurt kreeg de meer
speelse vorm van een achthoek. We komen daar in een later
artikel nog eens op terug. Kerk en pas-torie op Oud-Emmeloord
kenden in het grondvlak uitsluitend rechte lijnen.
De breedte van de kerk was bijna tien en de totale lengte ruim 25
meter. Er waren veel meer zitplaatsen dan in het Enser-kerkje en gezien
het aantal r.-k. zielen op Emmeloord was dat begrijpelijk.
Discriminatie?
De ligging van beide pastorieën was vergelijkbaar. Vanuit de
voorkamer hadden predikant en pastoor een prachtig uitzicht over het
water. Als het mooi weer was kon men het hooggelegen Vollenhove zien
liggen De pastoor kon van nabij de scheepjes de veilige haven van
Emmeloord zien binnenvaren en de predikant had een fraai uitzicht op de
voor anker liggende schepen op de rede van Ens. Maar we weten
intussen dat ze niet altijd hebben genoten van het
schone uitzicht.
De predikant beschikte over meer woonruimte dan de pastoor: de
eerste beschikte over bijna honderd vierkante meter tegenover de ruim
zeventig van de pastoor. Discriminatie? De verklaring ligt voor de
hand: een pastoor had nu eenmaal minder ruimte nodig
omdat hij ongetrouwd was; een predikant moest ook voor vrouw
en kinderen over woonruimte beschikken. We weten uit tal van
documenten dat de pastores het op het eiland niet altijd
gemakkelijk hebben gehad. Zij waren in feite buitenstaanders
en hadden geen familiebanden met de Schokkers. Bovendien waren er op
het eiland nauwelijks mensen die een vergelijkbare
opleiding hadden. Meneer pastoor en ook de dominee moeten zich vaak
eenzaam gevoeld hebben. De pastoor in het bijzonder omdat hij geen
eigen gezinsleven kende.
Interieur
Terwijl in het hervormde kerkje de preekstoel centraal stond, was dat
in de katholieke kerk het altaar. Wie in de tijd voor de ontruiming een
bezoek aan beide kerken bracht zal meteen het grote verschil hebben
opgemerkt. In protestantse kerken waren de muren
vaak witgepleisterd met liefst zo weinig mogelijk
voorwerpen die de aandacht van de preek konden afleiden; in de H.
Michaël-kerk waren de muren waarschijnlijk ook wit, maar daar
stond in ieder geval een beeld. Verder werden er
stellig kaarsjes gebrand en hingen er
waarschijnlijk wel een paar schilderijtjes.
De aankleding van de katholieke kerk aan de haven van
Oud-Emmeloord was voor het overige ook
sober.<1> Er stond een Mariabeeld waaraan de
vissersbevolking zeer gehecht zal zijn geweest. Vele
gelovigen zullen daar hun kaarsjes hebben aangestoken en in
gebed zijn verzonken voor de moeder van Jezus, de
’Sterre der Zee’.De Sterre die hen overal op zee
begeleidde. Achterblijvende vissersvrouwen zullen vast en
zeker steun hebben gezocht aan de voeten van de
’Moeder van barmhartigheid’. Er stond in
de kerk - niet ver van het altaar - een doopvont dat op
wonderbaarlijke wijze daar terecht was gekomen. Volgens overlevering
was het vont uit zee gevist op de plaats waar eens Nagele had
gelegen. Aanvankelijk was er geen bestemming voor geweest en
werd het op het dichtbij de kerk gelegen kerkhof gedeponeerd. Na de
overstromingsramp van 1825, toen veel verloren ging, kreeg
het doopvont een ereplaats. De voorganger van toen - pastoor J. Bosch -
liet in de bovenrand zijn naam graveren.
Maria-beeld ’Sterre der zee’, oorspronkelijk op Schokland en thans in de H. Nicolaaskerk te Vollenhove.
Michaël-paneeltje
Ook zal het paneeltje met de aartsengel Michael voor de
parochianen van Oud-Emmeloord belangrijk zijn geweest.
Ondanks de schaarse bijbelse gegevens
<2> heeft deze aartsengel op veel plaatsen en
momenten een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van
het christendom. Michaël treedt in de Bijbel op als
speciale beschermer van Israël. In de iconografie is hij vaak
afgebeeld als de wachter van het paradijs, als de aanvoerder
van de engelen bij het wegen der zielen op het moment van het
Laatste Oordeel.
De anonieme kunstenaar, de maker van het paneeltje in de Schokker-kerk,
heeft zich waarschijnlijk vooral laten inspireren door
Openbaring 12. Daarin wordt verhaald van de strijd van Michaël
met de draak. Met die draak - op het paneeltje te zien onder
de voet van de aartsengel - wordt de satan en meer
in het algemeen de strijd tegen het kwaad bedoeld. Hoe belangrijk
Michaël in de geschiedenis van de christelijke kerk is geweest
kan men thans nog in het huidige Rome zien. Daar liet paus Gregorius de
Grote omstreeks 600 een reusachtig standbeeld van de
aartsengel plaatsen boven op het mausoleum van de Romeinse keizers. De
burcht aan de Tiber kreeg daarna zelfs de naam van Engelenburcht. Het
is zeer aannemelijk dat Michaël ook bij de Schokkers
hoog in aanzien stond.
Ommen
Toen de ontruiming werd afgekondigd begonnen de besprekingen
tussen de r.-k. kerk en de rijksoverheid. De grond waarop de kerk stond
was namelijk kerkelijk bezit, maar het kerkgebouw daarentegen van de
overheid. Onderhandelingen werden gevoerd met de
aartsbisschop van Utrecht mgr. J. Zwijsen. Deze laatste wilde
in Ommen graag een nieuwe parochie stichten en kon het
materiaal van Schokland goed gebruiken. Een overeenkomst was gauw
gesloten. De r.-k. kerk kreeg de beschikking over het
kerkgebouw en de inventaris, de
rijksoverheid over de grond.
Zo verhuisden in 1860 stenen en pannen van de afgebroken kerk naar
Ommen. Ook kerkbanken, altaar en preekstoel kregen in de nieuw
gestichte parochie een plaats. Van de inventaris gingen
doopvont, kroonluchters en kerkzilver eveneens naar de laatste
plaats. Die in 1860 in Ommen gebouwde kerk bestaat intussen al
lang niet meer. In 1940 werd de kerk afgebroken. Maar van de van
Schokland afkomstige inventaris is gelukkig nog wel een en
ander bewaard gebleven, waaronder ook het doopvont. Van dit
doopvont werd in 1996 door Piet Brouwer uit Urk een replica gemaakt,
thans staand in het museumkerkje op de Middelbuurt.
Aartsengel Michaël
Van de kerkelijke inventaris is in 1860 niet alles naar Ommen
over gebracht. Een deel is terecht gekomen in plaatsen waar katholieke
Schokkers naar toe waren verhuisd: naar Kampen en Vollenhove. De Onze
Lieve Vrouwe Kerk in Kampen verkreeg de serie doop-, trouw- en
overlijdensboeken en naar Vollenhove verhuisde het
Maria-beeld, de ’Sterre der Zee’, en ook...het
paneeltje met de aartsengel Michaël. Het is
dit paneeltje dat thans in de St. Michaël-kerk in Emmeloord
hangt, hoog boven het orgel.
In het Historisch Centrum Overijssel (Zwolle) bevindt zich
de hier opgenomen plattegrond (1847) van de H. Michaël-kerk op
Schokland (Toegangsnummer 25.1, inventarisnummer 315). Deze plattegrond
wordt hier voor het eerst gepubliceerd. De hoofddirecteur van de
Waterstaat P.J. de Quartel had met rode lijnen ingetekend hoe de
gewenste verbouwing moest gebeuren. In de oude situatie bevond zich aan
de noordzijde van de pastorie een klein schuurtje, dat dienst deed als
washok en waar het privaat, privé oftewel de wc zich bevond.
De pastoor wilde dit schuurtje vergroten en er keuken, meidenkamer en
bedstede in onderbrengen. Verder was in de vergrote schuur dan nog
plaats voor pomphok, potkast en turfkoker. De pastoor zou met deze
verbouwing meer ruimte in de pastorie krijgen en de daar aanwezige
keuken met bedstede de bestemming kunnen geven van sacristie en
biechtkamer. De verbouwing is niet doorgegaan, maar de plattegrond
blijft interessant vanwege de indeling van kerk en pastorie. Opvallend
is de voor onze tijd ongebruikelijke, maar voor die tijd wel
gebruikelijke indeling in mannen- en vrouwenbanken. Kerk en pastorie
behielden de grondvorm van een rechthoek met slechts aan de noordkant
het reeds eerder genoemde washok.
Toen daar in 1945 een nieuwe parochie werd gesticht was op initiatief
van pastoor Van Dijk besloten de kerk te vernoemen naar de aloude
schutspatroon van de r.-k. Schokkers. Ruim tien jaar later, toen de
parochie de beschikking kreeg over de nieuwe kerk aan het Pastoor
Koopmansplein, schonk de Vollenhoofse parochie het
Michaël-paneeltje aan Emmeloord. En thans troont de aartsengel
hoog boven het orgel in de St. Michaël-kerk te Emmeloord en is
hij present als schutspatroon van de gelovigen in het nieuwe
Emmeloord.
Literatuur
G. de Bruin, Parochie in het nieuwe land (1945-1995) (Met toestemming
hieruit: Stichtingsakte en een paar foto’s)
Bruno Klappe, Pastoors, predikanten en vuurstokers van het
eiland Schokland, 1993, Stichting Urker Uitgaven.
A.J. Geurts en B.A.J. Klappe, Schokland revisited, Cultuur Historisch
Jaarboek voor Flevoland, 1992.
<1> Het Walkate-archief in Kampen beschikt over
kopieën van inventarislijsten van de H.
Michaël-kerk op Schokland.
<2> Daniël 10:13 en 21; Daniël 12:1;
Judas 9; Openbaring 12:7- 12.
Aaldert Pol, Emmeloord
Dit artikel verscheen eerder in De Noordoostpolder 17 oktober 1996.