Artikel 1.
Aan het hoofd van den afslag staat een Directeur, die belast is met de regeling
en de wijze van verkoop, het ontvangen en uitbetalen der gelden en het voeren
der administratie.
Artikel 2.
Het toezicht op en afslag alsmede op het daaraan verbonden personeel en op de
administratie is opgedragen aan den Zuiderzee Visscherijraad.
Artikel 3.
De afslag is des Zondags gesloten en kan op erkende Christelijke feestdagen op
beperkte uren gehouden worden.
Verder zal op alle werkdagen de afslag gehouden worden als volgt:
Van 1 Maart tot 16 Mei van voormiddags 8 uur tot 11 uur, van 1 uur tot 2 uur en
van 3
uur tot 9 uur ’s avonds.
Gedurende het overige deel des jaars van 9 tot 11 uuren van 3 tot 8 uur.
Indien bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan van bovenstaande
tijdregeling worden afgeweken, een en ander ter beoordeling van den Directeur.
Het begin van iederen afslag wordt aangegeven door het luiden van de bel.
Artikel 4.
De wijze van afslaan wordt door den Directeur geregeld naar omstandigheden en in
het belang van visschers en koopers.
Hij bepaalt of de visch van één of meer visschers tegelijk zal worden
afgeslagen, met uitzondering van ansjovis, die van elken visscher afzonderlijk
wordt afgeslagen.
Artikel 5.
De haring wordt afgeslagen per tal (200 stuks) ansjovis per 1000 stuks, bot,
schar, spiering en aal of paling per half kilogram. Andere soorten naar de
gewoonte der visschers.
Op verlangen der verkoopers kan ook visch bij partijtje of zoodje worden
afgeslagen.
Artikel 6.
Door den verkooper behoort te worden opgegeven de soort, de hoeveelheid en of de
visch, zooals haring en ansjovis, soms van dubbelschot is.
Artikel 7.
Visch, die naar het oordeel van den Directeur in ondeugdelijken staat verkeert,
wordt niet tot den afslag toegelaten.
De kooper is niet verplicht ansjovis in ontvangst te nemen, die korter is dan 2
cm. boven de aarsvin.
Artikel 8.
Het staat den verkooper vrij indien op het eerste woord gemijnd wordt dit bod
aan te nemen en een hogeren inzet te verlangen.
Een ieder staat het vrij zijn visch op te houden, doet hij dit dan betaalt hij
20 cts. onkosten.
De door den afslager uitgesproken en door mijning bepaalden koopprijs is
behoudens het bepaalde in de 1e alinea verbindend.
Artikel 9.
Indien twee of meer personen tegelijk mijnen, zal opnieuw afgeslagen worden,
alle geschillen hierover worden door den Directeur beslist.
Artikel 10.
Als bieders kunnen worden geweerd koopers, die in gebreke zijn gebleven de
kooppenningen te voldoen of personen die voor deze koopers in de plaats treden
en overtreders van artikel 17.
Artikel 11.
Zij, die hun visch wenschen te doen afslaan, melden zich daartoe vooraf bij den
Directeur aan en brengen desverlangd een mand vol van de te verkoopen visch als
monster aan den afslag. Voor ansjovis niet minder dan 500 stuks of indien de
partij geen 500 stuks bevat, de geheele partij. Is de te leveren visch niet
overeenkomstig het monster, dan kan de Directeur den koop te niet doen.
Artikel 12.
Indien zich op het oogenblik van openen van den afslag en het luiden van de bel
meerdere om visch te verkoopen zal er geloot worden om de volgorde, waarin de
partijen aangeboden visch zullen worden afgeslagen, overigens geschiedt de
afslag in volgorde van aangifte.
Wie aan de beurt van afslag zijnde, niet gereed is, wordt voorbijgegaan.
De visch moet gelost en ontvangen worden binnen 4 uur na den verkoop.
De verkooper krijgt van den Directeur een schriftelijk bewijs, vermeldende de
prijs, bij den verkoop bedongen.
De kooper geeft daarop aan, na ontvangst der visch, de door hem ontvangen
hoeveelheid en voorziet het bewijs van zijne handteekening. Op vertoon van dit
geteekende bewijs betaalt de Directeur aan den verkooper het hem toekomend
bedrag, verminderd met 3%.
De verkooper is verplicht het door den kooper ingevulde en geteekende bewijs
onmiddellijk na ontvangst aan den Directeur aan te bieden.
Geschillen omtrent geleverde hoeveelheden worden door den Directeur beslecht.
Artikel 13.
De betaling der kooppenningen geschiedt in gepast geld onmiddellijk nadat de
visch door den kooper in ontvangst is genomen. De Directeur geeft voor elke aan
hem gedane betaling een schriftelijk bewijs van ontvangst af.
Indien de Directeur zulks wenscht, is een kooper verplicht zich bij den
Directeur te vervoegen om eene som te storten, alvorens mede te mogen bieden.
Het bedrag van de te storten som houdt verband met de hoeveelheid en soort van
de visch, die de kooper van plan is te koopen.
Van de storting wordt door den Directeur een ontvangstbewijs afgegeven.
Artikel 14.
Ieder visscher is verplicht de door hem ten afslag opgegeven hoeveelheid te
lossen indien blijkt dat alles gelost is moet de kooper bij hoeveelheden van
niet meer dan 20 tal haring of 20.000 stuks ansjovis genoegen nemen indien 3/4
gedeelte, bij grootere hoeveelheden, indien 9/10 der opgegeven hoeveelheid
gelost wordt.
Is er echter ¼ of 1/10 meer dan opgegeven werd, dan is de kooper verplicht dat
meerdere te ontvangen.
De verkooper van ansjovis of haring is verplicht, indien dit door den kooper
verlangd wordt, de visch per mand af te leveren, ansjovis per 1000 stuks en
haring per 200 stuks. De kooper kan op zijne aanwijzing één mand van een partij
doen tellen. Het aantal dat daarbij in die mand bevonden wordt, geldt als het
gemiddelde aantal per mand van de afgeleverde partij. Is dit aantal minder dan
1000 bij ansjovis of 200 bij haring, dan heeft de koopman het recht de waarde
van het dubbele van het ontbrekende van de koopsom af te trekken.
Artikel 15.
Indien er geteld moet worden, neemt de Directeur naar omstandigheden één of meer
tellers in lossen dienst.
Artikel 16.
Geschillen over kwaliteit van visch worden door den Directeur beslecht. Hij
beslist ook in gevallen, bij dit reglement niet voorzien.
Artikel 17.
Het is verboden de orde bij den afslag te verstoren, of den geregelden gang van
den afslag, op welke wijze ook, te belemmeren.
Overtreders van deze bepaling, wordt de toegang tot den afslag ontzegd voor den
tijd van 14 dagen.
Artikel 18.
Het afslaan van visch door een ander persoon of door andere personen dan die
daartoe door den Voorzitter van den Zuiderzee -Visscherijraad zijn benoemd en
aangesteld, is verboden.
Artikel 19.
Afdrukken van dit reglement zullen in het gebouw van den vischafslag worden
opgehangen en tegen betaling van 10 cts. per stuk bij den Directeur verkrijgbaar
worden gesteld.
Aldus vastgesteld in de vergadering van den ZuiderzeeVisscherijraad op den
19/20 Februari 1915.
De Voorzitter,(w.g.) W. J. JANSSENS
De Secretaris, .g.) JAC. DE VEEN
Behoort bij brief van de Inspecteur Generaal van den Rijkswaterstaat dd: 21 Mei 1915 No.2597 ² /1159, Nationaal archief (Na), toegangsnummer: 2.16.05 (1906-1929). Inv.no.376.