Toespraak door staatssecretaris Medy van der Laan, bij de lancering van de
website www.werelderfgoed.nl in Schokland op 15 maart 2006
Enkele fragmenten uit de toespraak waarin de staatsecretaris de nieuwe website
vergelijkt met het winnen van goud. bij een sportprestatie.
Dames en heren,
Om met dat laatste te beginnen. De vergelijking met het winnen van goud voor je
sportprestatie gaat voor u natuurlijk maar voor een deel op.
In Nederland door Unesco benoemd worden tot werelderfgoed betekent eigenlijk:
horen dat je goud in handen hebt - als gebied, gebouw, stelling, of gemaal. En
je vervolgens realiseren dat je zélf munt moet zien te slaan uit dat goud.
Je moet het goud om te beginnen met Nederland en de rest van de wereld delen -
mensen deelgenoot maken van de bijzondere waarde van je monument. En dat
betekent in uw geval vaak eerst: jezelf op de kaart zetten en bewijzen waaróm je
bijzonder bent. Want de gemiddelde Nederlander komt -wanneer hij wordt gevraagd
naar werelderfgoed - eerder met de piramides van Gizeh of de lemen moskee in Dj
enné (Mali) aanzetten dan met Schokland of Willemsstad. En ook buitenlanders
zullen vermoedelijk eerder denken aan Amsterdam, Gouda of de Zaanse Schans dan
aan de Stelling of het Woudagemaal. Voor Kinderdijk geldt dat natuurlijk veel
minder, maar een gebied als De Beemster geeft zijn bijzondere geheimen niet
direct zichtbaar prijs.
Het label werelderfgoed houdt daarnaast óók een belofte in voor je directe
omgeving: de belofte dat je toeristen aantrekt, en toerisme is goed voor het
aanzien van gemeente en provincie en voor de regionale economie. Dat betekent in
praktijk vaak dat je extra middelen moet inzetten om het publiek te verleiden.
Zoals de Stelling van Amsterdam denkt aan een glazen overkapping boven een van
de forten. En zoals Schokland en Kinderdijk zich hard maken over fysieke
toegang. Omdat je tegelijk je kwetsbare gebied goed moet beschermen, voor ieder
afzonderlijk van u een extra opgave: meer parkeerruimte en een aanlegsteiger in
Kinderdijk, fietspaden en informatieborden op Schokland, de beperkte capaciteit
van het Rietveldhuis, en andere dilemma's. Het stelt u voor de opgave hoe u de
site kunt ontwikkelen, zonder daarbij de unieke kwaliteiten geweld aan te doen.
De drang tot ontwikkeling komt overigens ook van buiten: in het dichtbebouwde
Nederland kan zelfs erfgoed van de 'hors categorie', zich niet onttrekken aan
ruimtelijke ontwikkelingen. Ziet u dat als kans, meer dan een bedreiging. In
mijn Actieprogramma Ruimte en Cultuur heb ik het werelderfgoed zelfs opgenomen:
als voorbeeldproject voor het bewust omgaan met historisch erfgoed bij nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen.
U heeft dus een gecompliceerde taak, die iets vraagt van uw creativiteit en
ondernemersschap. Dat heeft veel te maken met de criteria die Nederland hanteert
bij het voordragen van erfgoed bij de UNESCO. Die u tegelijk zo ongelooflijk
bijzonder en belangrijk maken.
U bent niet in eerste instantie uitgekozen omdat u enorm populair bent, of per
definitie economisch rendabel. Nee, u vertegenwoordigt met elkaar het unieke
verhaal dat Nederland over ons aan de wereld te vertellen heeft. Ik heb kunst en
erfgoed ooit 'het DNA' van onze samenleving genoemd. 'Een onmiskenbaar
Nederlands patroon dat in vrijwel elk compartiment zijn sporen nalaat'. Ons
werelderfgoed is daar misschien wel het allerbeste voorbeeld van.
Neem de unieke manier waarop de Nederlanders hun ingenieuze ingenieurskunst
hebben ingezet in de overwinning op het water, te zien bij Kinderdijk, De
Beemster en het Woudagemaal.
Neem de verloren strijd met het water in Schokland - destijds van eenzelfde
tragiek als recentelijk in New Orleans.
En neem De Stelling van Amsterdam, die laat zien hoe we het water bondgenoot
maakten tegen buitenlandse vijanden.
Ik noem ook de wereldklasse die Nederlandse architecten tijdens het 'Nieuwe
Bouwen' aan de dag legden: zoals Rietveld deed met het Rietveld -Schröderhuis.
En ik noem de unieke creatieve bloeitijd in de Zeventiende eeuw:
vertegenwoordigd door het landschapsontwerp in de Beemster. En straks naar
verwachting ook door de binnenstad van Amsterdam.
Dit 'DNA' laat zien wat ons als land drijft, wat we geleden en gestreden hebben
en wat onze cultuur heeft gemaakt tot wat we vandaag zijn.
De eigenwijsheid en helderheid van het nieuwe bouwen zijn terug te vinden in
grafische vormgeving en het eigen gezicht van Dutch design.
De waterstaatkundige ingenieurskunst heeft geleid tot de Deltawerken en is
inmiddels een belangrijk exportproduct.
En de aandacht voor architectuur, stedenbouw en landschap uit de zeventiende
eeuw heeft zich sindsdien voortgezet in een hoogwaardige ontwerptraditie.
Die bijzondere verhalen over ons land vertellen iets over onze identiteit. En
juist nu - nu kennis over onze geschiedenis steeds minder vanzelfsprekend is -
moeten we die verhalen dóórgeven. Ik denk hierbij aan de canondiscussie. Onze
erfgoedinstellingen hebben daarin, samen met de scholen en het onderwijs, een
belangrijke taak. Dat geldt voor onze musea. Dat geldt ook voor u.
Dat vraagt om een visie. Dat betekent: je afvragen hoe je je culturele kracht
kunt verbinden met de samenleving van vandaag en morgen.
Afzonderlijk heeft u al laten zien dat u succesvol bezig bent om dat te doen.
Kinderdijk is een internationale trekker, de fortenmaand trekt veel publiek naar
de Stelling.
En de Beemster heeft hele mooie educatieprojecten voor lokale scholen. Maar van
een gecoördineerde aanpak was tot voorkort nauwelijks sprake.
Daarin liggen dus nog kansen.
Dat is ook de reden dat ik, via de stichting Platform Werelderfgoed Nederland,
tot en met 2008 jaarlijks 200.000 beschikbaar stel voor een gericht programma om
publiek te bereiken.
De website die ik in werking heb gesteld, is een eerste resultaat van dit
programma. Ik vertrouw op uw creativiteit en ondernemersschap om samen verder,
'groter' te denken. We moeten de stem van ons 'gouden erfgoed' krachtig laten
klinken. In binnen- en buitenland. Nu en in de toekomst.
Dames en heren, Die oproep, ambitie ligt besloten in mijn laatste missie voor
vandaag. U krijgt ieder afzonderlijk van mij een oorkonde en een plaquette die
is ontworpen door Mohana Kroonenberg. Zie het als een eerbetoon, een officiële
bevestiging van uw wereldklasse. Zie het ook als een aansporing. U kunt het
zichtbaar voor bezoekers - als het lintje van een ridderorde - letterlijk aan uw
erfgoed verbinden. Waarmee u voor ons de ambitie uitstraalt uw plek op de
wereldkaart de komende jaren te verdienen. Ik wens u veel samenwerking,
creativiteit en ondernemersschap toe!
Bron: Ministerie van OCW, directie Cultureel Erfgoed
(Plaatsduiding in opschrift ‘in Schokland’ veranderd in.’op Schokland’.)