De ontruiming van Schokland in het parlement

Over de ontruiming van Schokland (1859) is al veel geschreven en gezegd. Heel vaak voorzien van merkwaardig en onhistorisch commentaar. Enkele voorbeelden. Zo zou koning Willem III met een pennenstreek de ontruiming hebben gelast. Zelfs het woord deportatie wordt soms gebruikt.
Volslagen ten onrechte. De ontruiming vindt plaats in de tijd dat de liberaal Thorbecke een dominerende rol speelde. Hij had de katholieken het recht gegeven hun eigen bisschoppelijke hiėrarchie in te voeren en ondanks protestantse protesten het recht op vrijheid gewaarborgd. Dat woord vrijheid was in Thorbecke’s tijd een sleutelbegrip.
In de politiek was men zeer beducht om de Schokkers te dwingen tot welke maatregel dan ook. Ieder wist dat de Schokkers zeer gehecht waren aan de grond - hoe beroerd de situatie soms ook was.

De commissaris van de Koning had in de jaren veertig nog pogingen ondernomen om enkele Schokkers naar de Koloniėn van Weldadigheid te laten verhuizen of zelfs tot emigratie te bewegen.. Hij kreeg nul op het rekest. Er was geen enkele Schokker die daarvoor wilde tekenen.
De commissaris liet dan ook voortdurend aan de leidinggevenden in Nederland en aan die op het eiland weten dat er geen sprake kon zijn van dwang. Als de overheid tot dwang zou overgaan waren de mogelijke gevolgen niet te overzien. Bij het ontstaan van problemen - onvermijdelijk zo meende de commissaris – zou de regering ter verantwoording worden geroepen.

Minister Van Tets (uit: Geheugen van Nederland)De gang van zaken in het parlement

1 Koninklijke Boodschap, ingekomen in de zitting van 23 september 1858 met Ontwerp van Wet houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland.
2 Memorie van Toelichting
3 Voorlopig Verslag der Commissie van Rapporteurs van het Ontwerp van Wet houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland, 4 oktober 1858.
4 Memorie van Beantwoording van het Voorlopig Verslag der Commissie van Rapporteurs 19 oktober 1858
5 Nota van Wijzigingen.
6 Eindverslag der Commissie van Rapporteurs, 12 november 1858
7 Wet van den 16 den December 1858, houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland (fragment)
8 Publicatie 1 maart 1859 (vertrek en afbraak binnen vier maanden)
9 Eervol ontslag burgemeester Gillot 10 juli 1859

[IX.1] KONINKLIJKE BOODSCHAP, ingekomen in de zitting van den 23sten September 1858

MIJNE HEEREN!

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van wet, houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland.
In de Memorie van Toelichting, welke, van bijlagen vergezeld, nevens dat voorstel is gevoegd , worden de gronden uiteengezet waarop het rust.
En hiermede Mijne Heeren , bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's Gravenhage, den 21stcn September 1858.
W I L L E M.

[IX. 2. ] ONTWERP VAN WET houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland

Wij WILLEM 111, ENZ.
Alzoo Wij in overweging genomen hebbon, dat het in het belang zoo van het Rijk als van de bewoners van het eiland Schokland wenschelijk is, dit eiland door zijne bewoners te doen ontruimen, Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan , gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Art. 1. De bewoners van Schokland worden door het toekennen eener tegemoetkoming en onder aanbod om hunne onroerende goederen tegen schadeloosstelling, ten behoeve van het Rijk, over te nemen, in de gelegenheid gesteld, zich elders te vestigen.
Art. 2. Zoodra het eiland verlaten is, houdt de gemeente Schokland op te bestaan, en behoort haar grondgebied tot de gemeente Kampen.
De dag, waarop dit geschiedt, wordt door Ons bepaald.
Art. 3. Zij, die naar de regelen der wet op het armbestuur, in de gemeente Schokland domicilie van onderstand hebben , of, indien die gemeente ware blijven bestaan, zouden gehad hebben, kunnen naar den regel van art. 33 dier wet onderstand van 's Rijks wege vragen.
Art. 4. Behoudens het bepaalde in het vorige artikel, komen op het tijdstip, in het 2de lid van art. 2 dezer wet bedoeld, alle bezittingen en lasten der gemeente Schokland ten voor- en nadeele van de gemeente Kampen.
Art. 5. Tot goedmaking der kosten, bedoeld in art. l dezer wet, wordt aan de 5de afdeeling van het Vde hoofdstuk der begrooting van de Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1858 (Verdere uitgaven betrekkelijk het binnenlandsch bestuur), vastgesteld bij de wet van 26 December 1857 (Staatsblad n°. 179), het volgende artikel toegevoegd: Art. 64 b. Kosten van en voortvloeijende uit de ontruiming van het eiland Schokland, daaronder begrepen die tot aankoop van gronden, en tegemoetkomingen aan ingezetenen van Schokland en andere personen, die bij de ontruiming schade lijden of daarbij diensten bewijzen, ter somma van een honderd veertig duizend gulden (f 140,000).
Lasten en bevelen, enz.

[1X.3 ] MEMORIE VAN TOELICHTING

Meermalen heeft de ongelukkige toestand der bewoners van Schokland de aandacht der Regering tot zich getrokken. Deze strook gronds verdient naauwlijks den naam van eiland, daar zij, slechts 50 duim boven volzee liggende, met de minste opzetting van water onderloopt, terwijl er bovendien nog groote oppervlakten uitgegraven terrein zijn, die voortdurend onderstaan. Op twee plekken, die eenigzins hooger en omheid zijn, zijn de buurten Emmeloord en Ens aangelegd, waar zich eene bevolking van 588 zielen bevindt; doch ook hier dringt bij hooge stormvloeden het water de meeste huizen in. De grond levert niets op, en is zelfs voor het verbouwen van groenten of aardappelen ongeschikt. Deze ongeschiktheid van den bodem werkt van zelf ongunstig op de bevolking. Op het eiland valt niets te verdienen, en alle levensmiddelen,tot zelfs het drinkwater, moet van den vasten wal gehaald worden. Het eenige middel van bestaan voor de inwoners is de vischvangst, doch deze levert sedert jaren geen bestaan meer op. Onder medewerking van den Staat is sedert eenige jaren op Schokland eene calicotweverij tot stand gekomen, doch deze, bestemd om armoede voor te komen of althans te lenigen, gaf veeleer aanleiding tot armoede. Gedurende den winter is de toestand der Schokkers hoogst beklagenswaardig. Gemis aan alle verdiensten doet hen gebrek lijden, en hoezeer ook hier de bijzondere liefdadigheid te hulp komt, kan men dikwerf door de gestremde communicatie met den vasten wal zich de eerste levensbehoeften niet verschaffen.

In dezen toestand is het geen wonder, dat de gemeente niet in staat is in de kosten harer huishouding te voorzien. Hoe gering de waarde van den grond en van de daarop gestelde woningen is, blijkt onder andere daaruit, dat de opcenten op de grond- en personele belasting, tot het bij de gemeentewet gestelde maximum opgevoerd, gezamenlijk slechs f 21 opbrengen. Hulp van het Rijk is hier dus noodig en wordt dan ook voortdurend verstrekt. Aan jaarwedden voor ambtenaren wordt f 4860, voor onderhoud van gebouwen f 1210, en bovendien voor onderscheiden werken ten gerieve der inwoners f 2750, dus te zamen f 8820, door het Rijk uitbetaald.

Deze jaarlijks terugkomende uitgave levert geenerlei nut op. Zij strekt veeleer om een gedeelte der bevolking zijn kommervol leven voort te doen slepen. Uit dien hoofde was aan het vorig Gouvernement de tusschenkomst van den Staat noodig voorgekomen. Het meende dat de meest geschikte wijze, om een einde aan dien toestand te maken, zou zijn eene ontruiming van het eiland bij minnelijke schikking. Intusschen is de Schokker, hoe ellendig zijn bestaan moge wezen, gehecht aan zijn geboortegrond, en wanneer hij soms des winters zich naar den vasten wal begeeft om daar gedurende eenige maanden een beter lot te zoeken, keert hij geregeld in het voorjaar naar zijn eiland terug. Het scheen daarenboven noodig, om den maatregel te doen gelukken,dat alle ingezetenen zich van het eiland verwijderden en dat de Staat zich in het bezit van alle gronden op het eiland stelde, om later elke nieuwe vestiging te beletten. Om een en ander te verkrijgen moest de schadeloosstelling aan de Schokkers voor den afstand van hunnen grond en voor hunne verhuizing te verstrekken, eenigzins ruim gesteld worden. Tot dat einde werden vanwege de Regering al de verschillende perceelen met de daarop staande woningen door een deskundige geschat, en vervolgens werd de koopsom dier gronden op 2¼ maal de geschatte waarde gesteld, en bovendien voor elk vertrekkend huisgezin eene som van f 100 voor verhuiskosten bestemd.Na zich van de medewerking der ambtenaren op het eiland verzekerd te hebben, liet de Regering aan elk inwoner voorloopig het voorstel doen om, tegen uitbetaling eener som naar bovenstaande grondslagen berekend, den hem toebehoorenden grond aan het Rijk af te staan, dien grond te ontruimen, de afbraak weg te voeren en het eiland met zijn gezin, binnen vier maanden nadat de maatregel de vereischte bekrachtiging zou hebben erlangd, te verlaten. Dit voorstel vond algemeenen bijval, en de Schokkers verklaarden zich allen schriftelijk bereid om op de gestelde voorwaarden het eiland te verlaten. Daartoe heeft zeker niet weinig bijgedragen de herinnering aan het gebrek dat zij in den afgeloopen winter hebben geleden.

Tot uitvoering van dezen maatregel strekt het nevensgaande ontwerp. Volgens den hierbij overgelegden staat bedraagt de schadeloosstelling aan de inwoners te verleenen som van f 134,744. Bovendien zal in het lot van de ambtenaren, die door dezen maatregel hunne betrekking en middel van bestaan zullen verliezen, voorzien dienen te worden, weshalve eene ronde som van f 140,000 wordt aangevraagd.
Deze maatregel schijnt zich ook in het geldelijk belang van den Staat aan te bevelen. Door de ontruiming van Schokland vallen de uitgaven , die ten behoeve der ingezetenen jaarlijks door het Rijk verstrekt worden en f 8820 bedragen, weg. Daarentegen is voor renten der aangevraagde som, tegen 4 % berekend, slechts f 5600 noodig, zoodat hieruit een jaarlijksch voordeel voor den Staat van f 3220 ontstaat.
Bezwaren voor den handel en de scheepvaart zijn ook naar het oordeel der kamers van koophandel en fabrieken te Zwolle en te Kampen niet te duchten. De werken , die tot behoud van het eiland en van de haven strekken, zullen voortdurend worden onderhouden, en de lichttoren in stand blijven. Voor een en ander zullen enkele personen op het eiland moeten blijven wonen, die in geval van nood, aan schepelingen de vereischte hulp zullen kunnen bieden.
Bij het toestaan van het hier verlangde crediet zal dienen te worden gezorgd, dat de gelden niet op eens uitbetaald worden, maar tot het verkrijgen van eenig middel van bestaan dienstbaar worden gemaakt. Daarom heeft men reeds in de voorloopige verbindtenissen de belanghebbenden den Commissaris des Konings laten magtigen om die gelden in ontvangst te nemen , en bij de definitive overeenkomsten zal daarop nog nader worden gelet.
Is eenmaal het eiland ontruimd, dan dient het grondgebied, zoowel ter handhaving van politie, voor de inschrijving in de registers van den burgerlijken stand, als ter voorziening in andere gemeente-belangen, aan eene andere gemeente te worden toegevoegd. Hiervoor komt de gemeente Kampen, als het digtst bij Schokland gelegen, en waarmede de ingezetenen van dit eiland de meeste gemeenschap hebben, het meest in aanmerking. De raad dezer gemeente, over deze toevoeging gehoord, is er echter niet mede ingenomen. Zijne bedenkingen, in het nevensgaande raadsbesluit vervat, zijn evenwel niet van overdrijving vrij te pleiten. Voor de weinige personen, die in het vervolg op Schokland zullen wonen, zal het aanleggen van een geregeld beurtveer met dit eiland en het oprigten eener openbare school aldaar wel niet als noodzakelijk te beschouwen zijn. Van meer belang is de vraag omtrent het toekomstige domicilie van onderstand der Schokkers; doch hieromtrent heeft de Regering gemeend, bijzondere regelen, ontleend aan art. 33 der wet op het armbestuur, te moeten stellen. Hierdoor .zal, naar zij vertrouwt, alle wezenlijk bezwaar tegen die toevoeging worden opgeheven.
Door de indiening en toelichting van dit wetsontwerp zal, naar de ondergeteekende vertrouwt, aan den wensch der Tweede Kamer, in hare zitting van 23 April jl. geuit, om naar aanleiding van een adres van den Roomsch-katholijken pastoor op Schokland met den toestand dezer gemeente nader bekend te worden gemaakt, zijn voldaan.

De Minister van Binnenlandsche Zaken,
van Tets.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl