Dominee Gillot en zijn nazaten speelden een belangrijke rol op Schokland. Zijn zoon Gerrit Jan Gillot was jarenlang burgemeester en maakte de tragedie van de ontruiming nog persoonlijk mee.
Hermannes Nicolaas Gillot werd op 24 april 1775 door de classis Kampen 'met volle eenparigheid' van stemmen beroepen op het 'Eyland Ens & Emmeloord', aldus de notulen van de classis. De predikant stond 33 jaar in het ambt en overleed op het eiland in 1808.
Ds. Gillot stamde uit een familie van predikanten. Zijn vader en grootvader
waren decennia lang predikant in Noord Groningen. In het eerste jaar van zijn
predikantschap op Schokland maakte hij de desastreus verlopen brand op de
Zuidert mee. De tien houten huizen gingen in vlammen op en 76 mannen, vrouwen
en kinderen werden dakloos. Er was grote verslagenheid en zelfs het Avondmaal
werd overgeslagen.
De predikant moest wel wennen aan het wonen op een eiland, waar de elementen
vrij spel hadden. In een uitvoerige brief aan Ridderschap en Steden van de
Staten van Overijssel klaagt hij in 1798 over de mankementen aan zijn pastorie.
Het dak lekt op tal van plaatsen, de schoorsteen is verzakt, het raam van de
kelder is ‘van de rotten door geknaagt', de 'rollagen van put en regenbak wijken
uit', voorts zijn 'de sluitingen van deuren en vensteren gebrekkig, (de) hele
wandt gansch niet digt, zoo dat op vele plaatsen des winters de sneeuw er door
jaagt'. Zo gaat het maar door. De predikant vraagt of het niet mogelijk is om
ook op zolder een kleine haardstede te maken 'om in bangen noodstijden ter
soulageringe van kouden en andere ongemakken te kunnen gebruiken'. Ook de ligging
van de pastorie baart hem zorgen. De werf - de verhoogde grond langs het water -
is 'zints mijn kort verblijv wel 1½ voet afgespoelt en op de spitshoek geheel
hol'. Opzichter Jan Draak kreeg opdracht de genoemde mankementen te repareren.
In hetzelfde jaar werd de predikant getroffen door het overlijden van zijn vrouw
Elisabeth Boots, die op 39-jarige leeftijd in het kraambed stierf.
Van de gang van zaken in zijn gemeente weten we ook iets meer. Plaatselijke gemeenten stonden onder toezicht van de classis en afgevaardigden daarvan kwamen regelmatig op bezoek om de stand van zaken op te nemen. Het was op Ens niet altijd pais en vree. Dat bleek wel uit het verslag gemaakt naar aanleiding van een kerkvisitatie in 1781.Daarin stonden een reeks van klachten: ds. Gillot preekt 's zondags nooit twee keer; er wordt onvoldoende gecatechiseerd en als Gillot het wel doet is het op 'min vatbare wijs'; de bediening van het Laatste Avondmaal met Sint Jan (24 juni) vond niet plaats en ten slotte is er de niet mis te verstane suggestie dat 'des predikants huisvrouw met de vijf maanden was bevallen'. Gillot was op 5 januari 1781 hertrouwd met Jacoba Knollenbergh uit Kampen en de boreling uit dit huwelijk was in de ogen van de gemeente verdacht rap ter wereld gekomen.
De opeenvolgende conflicten tussen de dominee en de uit Zalk afkomstige
schoolmeester Willem Taats laten zich als een moderne soap lezen. De
schoolmeester hield zich als voorlezer en voorzanger niet altijd aan de gemaakte
afspraken. Overigens had de dominee het ook
aan de stok met de vuurwachter, Willem
van Eerde.
Hoewel de gemeente niet eenparig was in haar lofzang op Gillot werd hij
meermalen als scriba en preses (voorzitter) verkozen op de vergaderingen van de
classis. Hij behoorde zeker niet tot de groep scherpslijpers in de gereformeerde
kerk.
Tijdens zijn ambtsperiode vond de restauratie van de zuidgevel van het kerkje
plaats. Uit de bestektekeningen bleek dat de gemeente in een simpel houten
kerkje - gefundeerd op een stenen muurtje - bijeenkwam.