De burgemeesters Streithorst en Gillot

Hendrik August Willem Streithorst (1828-1831) legde op 20 augustus 1828 de eed af ten overstaan van de Overijsselse gouverneur Berend Hendrik baron Bentinck tot Buckhorst. Tot viermaal toe had hij koning Willem I in een smeekbede verzocht hem te benoemen tot burgemeester van Schokland. Hij had een grote schuldenlast (geschat op 1500 tot 3000 gulden) en wilde die zo spoedig mogelijk aflossen. Zo vroeg hij ook de koning of hij zijn pensioen als oud-militair mocht behouden.

In januari 1827 was burgemeester Lucas Seidel - tevens waterstaatsambtenaar – overleden. Hij woonde op Ens en had graag gewild dat zijn zoon Casimir Frederik hem op zou opvolgen, maar de gouverneur van Overijssel achtte hem ‘min geschikt’. Casimir mocht alleen de waterstaatszaken behartigen en hij nam zijn intrek in de waterstaatswoning die tevens ambtswoning was. Er diende dus een nieuwe ambtswoning – tevens gemeentehuis ambtswoning – te komen.

Na veel touwtrekken nam het Rijk de beslissing om op Emmeloord een woning te bouwen. Die keuze was niet onlogisch omdat driekwart van de Schokkers op Emmeloord woonde.

Het burgemeesterschap van Streithorst is een groot fiasco geworden. Zelf klaagt hij voortdurend over zijn (gemeente)huis: een “houten loots zonder enig gemak (…). Ik heb een bureaux met sneeuw en eijs wat ik alle dagen late redden, zijn steeds mijne Papieren beladen en de planken glinsteren van binnen als fonkelende starren”.

Het ergste drama doet zich voor als er lotelingen aangewezen moeten worden voor het meedoen aan de strijd tegen de Belgen. Daar hebben de Emmeloorders helemaal geen zin in. Inkwartiering is het gevolg en dat ging weer gepaard met het verhalen van de boetes die niet betaald konden worden.

Op 5 april 1831 schrijft Streithorst aan de gouverneur dat hij in Kampen onder medische behandeling is geweest. Op 29 juni overlijdt hij, 59 jaar oud. Op Schokland en voor zijn gezin laat hij een financiële chaos achter.

Gerrit Jan Gillot als persoon

Gerrit Jan Gillot (Schokland 1782-Westzaan 1869] was de zoon van H. N. Gillot, predikant van de hervormde gemeente op Schokland.
Gerrit groeide op in de pastorie en werd in 1803 aangenomen als lidmaat van de hervormde gemeente op Ens. Hij werd tot diaken en later tot president-ouderling gekozen. Hij verdiende zijn boterham als bezitter van een onoverdekte visschuit van 13 ton, bestemd voor het vervoer van bouwmaterialen. Gerrit Jan trouwde met Lijsbeth Taats, de dochter van de schoolmeester.

Na het overlijden van Lijsbeth (1836) hertrouwde Gerrit Jan nog in hetzelfde jaar met Jansje Schallenberg. De uit Kampen afkomstige Jansje werd in 1837 ingeschreven in het lidmatenboek van de hervormde gemeente op Ens (1795-1864). Ruim twintig jaar stond Jansje zij aan zij naast de burgemeester. Die jaren op het armoedige eiland waren niet altijd even gemakkelijk, zelfs niet voor de gegoeden. Uit het huwelijk werd een dochter geboren. Na het verlaten van Schokland in 1859 verhuisden zij naar IJsselmuiden, waar Jansje in 1865 overleed. Daarop volgde de oud-burgemeester van Schokland zijn dochter Elisabeth Johanna naar verschillende plaatsen. Hij overleed in Westzaan in 1869.

Gillot als burgemeester(1831-1859)

Na de dood van Lucas Seidel in 1827 werd hij locoburgemeester. Dat bleef hij tot de komst van burgemeester Streithorst. De samenwerking met Streithorst was aanvankelijk goed, maar naarmate Streithorst slechter ging functioneren werd de verhouding met Gillot ook slechter. Na de dood van Streithorst werd Gillot opnieuw locoburgemeester. Vooreerst zat hij met de financiële nasleep van zijn voorganger. Allerlei posten bleken niet betaald te zijn. Zo had de zeilmaker in Lemmer zijn geld voor de gemaakte gemeentevlag nooit ontvangen.
Maar eindelijk gelukte het toch burgemeester te worden. Op 22 september 1831 werd hij officieel tot burgemeester en tevens tot gemeentesecretaris en commissaris van politie van Schokland benoemd. Vanaf dat moment komen we zijn naam voortdurend in de archiefstukken tegen. Met de invoering van de nieuwe Gemeentewet in 1851 werden burgemeesters verplicht tot het dragen van een ambtsketen. Dat werd voor Schokland een lint met een zilveren penning met de naam Schokland. Of burgemeester Gillot die vaak gedragen heeft weten we niet. We vinden hem terug als ondertekenaar van het reglement van orde voor de gemeenteraad in 1852.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl