Stormvloeden, terpen, dijken en landverlies in de kom van de Zuiderzee

‘die vloeden van jare tot jare hogher‘ - deel 5: de zeldzaamheid van de stormvloeden

De geschiedenis heeft veel kwalitatieve beschrijvingen van stormvloeden op de Zuiderzee opgeleverd, vooral over de gevolgen. Pas in de laatste eeuwen zijn van de vloeden zelf ook meer kwantitatieve gegevens beschikbaar gekomen (waterhoogten windrichtingen en -duur). In dit deel van deze artikelenreeks wordt gepoogd een meer kwantitatieve benadering en ‘rangorde’ te geven van de ernst van gepasseerde historische stormvloeden.
In het eerste deel is voor de zwaarte van de vloeden een meer kwantitatieve categorie-indeling gepresenteerd. In dit artikel worden de daaraan ten grondslag liggende stormvloedfrequenties onderbouwd. Tenslotte is, vooral op basis van deze frequenties, een voorlopige ranglijst opgesteld van de hoogste stormvloeden.

1. De stormvloeden in de periode na 1675
(Amsterdam 1675-1707, 1731-1854, Ens 1855-1916, 1921-1930).

Voor Schokland (Ens) is de frequentie van stormvloedhoogtes boven GZN tot een zeldzaamheid van 50 jaar bepaald uit 228 stormvloeden.<1>
Gemiddeld reiken de stormvloeden op Schokland 17,5 cm hoger boven NAP dan die bij Terschelling. Het gemiddeld zeeniveau bij Terschelling ligt echter 15 cm lager, zodat de verschillen t.o.v. GZN niet groot zijn. Maar de afwijkingen kunnen wel groot zijn: de standaardafwijking is 36,9 cm, d.w.z. dat het verschil in zeldzame gevallen wel plus of min 73,8 cm kan bedragen, e.e.a. afhankelijk van de richtingen en de duur van de wind en al dan niet springvloed.
De gewone vloed kwam op Terschelling omstreeks 1920 82,5 cm boven GZN en op Schokland 10 cm. Bij springtij is dat ongeveer 93,5 cm en 11,3 cm.

Voor waterstanden zeldzamer van 50 jaar loopt de kromme van Schokland in de grafiek parallel aan de frequentielijn van Terschelling.

Tabel 1. Het verloop op Terschelling t.o.v. de waterstand met een frequentie van 1/50 jaar is:
1/100 jr        + 18 cm
1/1000 jr      + 60 cm
1/2000 jr      + 70 cm
1/10.000 jr   + 95 cm

De frequentie van de hoogte van de stormvloeden op Schokland zijn in onderstaande grafieken uitge-drukt in cm ten opzichte van het gemiddelde zeeniveau (GZN).
Tabel 2 geeft weer hoe de hoogte van de stormvloeden op diverse plaatsen langs of nabij de zee bij stormvloeden gemiddeld (! <2>) verschilden van die bij Schokland. Een gemiddelde; zo is de waterstand nabij de monding van het Ganzendiep (Paardenboer) gemiddeld 35 cm hoger dan bij Ens. Maar dat verschil is variabel; in bijvoorbeeld circa 10 % van de gevallen wordt de hoge waterstand bij Ens veroorzaakt door opstuwing bij zuidwesterstorm; bij Paardenboer treedt dan niet altijd een overstroming op. <3>

 

Tabel 2. Gemiddelde verschilstanden bij stormvloeden t.o.v. Schokland (cm)

Terschelling

-17,5

Lemmer

-20,0

Mastenbroek (Grote sluis)

26,0

Harlingen

23,0

Kuinre

-8,0

Paardenboer (monding Ganzendiep)

35,0

Stavoren

-41,0

Blokzijl

2,0

Keteldiep

-4,0

Monnikendam

-23,0

Vollenhove

33,0

Kampen

7,0

Enkhuizen

-37,0

Kraggenburg

1,0

Dronthen

10,0

Hoorn

-51,7

Genemuiden

24,0

Elburg

4,0

Marken

-17,0

Zwartsluis

16,0

Harderwijk

-8,8

Amsterdam

-5,0

Hasselt

-3,0

 

 

Urk

-20,0

Zwolle

-10,0

 

 

Verschilstanden t.o.v. Schokland bij gemiddeld zeeniveau (cm)

Terschelling

-15,0

Lemmer

-3,00

Mastenbroek

0,00

Harlingen

-10,0

Kuinre

-3,00

Paardenboer

0,00

Stavoren

-5,0

Blokzijl

-1,80

Keteldiep

0,00

Monnikendam

-8,0

Vollenhove

-1,00

Kampen

 29,5

Enkhuizen

-9,0

Kraggenburg

0,00

Dronthen

-2,50

Hoorn

-14,0

Genemuiden

0,11

Elburg

-5,00

Marken

-8,0

Zwartsluis

 

Harderwijk

-6,25

Amsterdam

-7,0

Hasselt

 

 

 

Urk

-2,6

Zwolle

 

 

 

Aan de bekende topstanden van stormvloeden (uitgedrukt t.o.v. NAP) van in tabel 1 genoemde plaatsen kan nu een zeldzaamheidswaarde (gemiddelde herhalingstijd in jaren) worden toegekend door de betreffende waterstand met behulp van tabel 1 te vertalen naar een fictieve waterstand bij Schokland (t.o.v. NAP).<4>
De fictieve waterstand van Schokland wordt vervolgens vergeleken met het GZN van Schokland in dat jaar (grafiek) en het verschil is de fictieve opwaaiing bij Schokland. Aan de hand van tabel 2 kan aan deze fictieve opwaaiing een gemiddelde herhalingstijd worden toegekend.



2. De stormfrequentie door de eeuwen heen

De grafiek toont de vermoedelijke opwaaiing in de periode 800-1930 ten opzichte van gemiddeld zeeniveau (GZN). De wijze van berekening staat in bijlage 3.
Omstreeks 1250 AD lagen de vloeden bij een gelijke windkracht zo’n twintig centimeter lager dan rond 1885 AD. Wel treden er rond 1250 AD meer stormen op, zodat de herhalingstijd of zeldzaamheid van stormen kleiner wordt was. Dat de vloeden toen ook hoog konden worden blijkt uit het feit dat het zeewater in 1170 de stadsmuren van Utrecht bereikte, meer dan 40 km stroomopwaarts van de Utrechtse Vecht.

3. De zeldzaamheid van stormvloeden in de periode

De hoogtes van de stormvloeden van 1421, 1570, 1775, 1776, 1825 en de periode 1855 t/m 1916 in de Zuiderzee (met name periode 1775-1916) in de tabel op bijlage 1 weergegeven in cm boven GZN. Tevens is een indicatie gegeven van de zeldzaamheid van deze stormvloeden.
Voor Schokland tevens de zeldzaamheid of gemiddelde herhalingstijd van de windopzet (het verschil met de dagelijkse vloed) berekend.


4. De rangorde van de hoogste vloeden in de periode 1421 – 1932

Categorie 1 (herhalingstijden > 33 jaar)

Zeven van de stormen tussen 1170-1300 AD, waaronder 1170, 1248 en 1278.

1. 1825, (herhalingstijd 475 jr.)
2. 1776, (284 jr.)
3. 1775, (254 jr.)
4. 1651, (59 jr.)
5. 1855, (55 jr.)
6 en 7. 12-1863 en 1883 (51 jr.)
8. 1610, (49 jr.)
9. 1570, (45 jr.) <5>
10. 12-1862, (41 jr.)


Categorie 2 (herhalingstijden 20-32,9 jaar)

11. 1625 (31 jr.)
12. 1-1863 (29 jr.)
13. 1421, (25 jr. ?) <6>
14. 1675 (24 jaar)
15. 1881, (23 jr.)
16. 1741 (21 jr.)
17. 1916 (20,3 jr.)

1800? 1833?, 1836?


Categorie 3 (11,5-19,9 jaar)

1682; 1683; 1690; 1702; 1745, (18 jr.); 1731, (15 jr.); 1742, (12 jr.); 1808; 1845; 1877 (13jr.); 1894 ( 9 jr.); 1906 (10 jr.); 1907 (10 jr.).


Bijlage 1. Zeldzaamheid van stormvloeden op de Zuiderzee 1421-1929

Zuiderzeevloeden  in 1421, 1570, 1775, 1776, 1825 en in de periode 1855 t/m 1929

maximum vloedhoogte in cm boven NAP

DATUM

1421

1570

14/15-11-1775

20/21-11-1776

9-11-1800

2-1825

31-12 1883/1-1-1834

Terschelling

 

 

 

 

 

290

 

Vlieland

 

 

 

 

 

284

 

Harlingen

 

 

 

 

 

293

 

Stavoren

 

 

 

 

 

239

 

Marken

 

 

266

303,5 à 305,5

 

258

 

Monnikendam

 

 

260

298 à 300

 

252,5

 

Amsterdam

 

 

 

 

 

 

 

Urk

 

 

286 (à 290)

320 à (325)

 

283

 

Lemmer

 

 

244

251

 

269

 

Kuinre

 

 

260 (à 262)

280 (à 284)

 

306

 

Blokzijl

 

 

262 (à 268)

283 (à 292)

 

307

(was: 363)

Vollenhove

 

 

283 (à 286)

312 (à 319)

 

333

 

Kraggenburg

 

 

-

-

 

-

 

Genemuiden

 

 

285 (à 289)

316 à (322)

 

339

 

Zwartsluis

 

 

304 (à 308,75)

316 à (321)

 

305

 

Hasselt

 

 

 

 

 

298

 

Zwolle

 

 

8 cm onder 1776 284 (à 287,5)

8 cm boven 1775 292 à (295,5)

 

260

 

Mastenbroek (Gr.sl)

 

 

289

321 (à 326,5)

 

341

 

Paardenboer (Ganzendiep)

 

 

 

 

 

336

 

Schokland (Ens)

?

 ?

275 (à 279)

310 à (314)

 

338

 

,, GZN

0,10

-0,02

-0,10

-0,10

 

-0,07

 

,, waterstand boven GZN

?

> 254,3*

284,5

319,5

 

338

 

 ,, zeldzaamheid (jr)

zeer zeldzaam hoog aaan westkust Noordzee

* Amster-dam, 16 jr

67 jr

133 jr

klasse 2 ?

466 jr

klasse 2?

Keteldiep (lichten)

 

 

-

-

 

-

 

Kampen

 

 

268

272

 

311

 

Dronthen

 

 

277

298 à (299)

 

341

 

Elburg

 

 

272

293 à (294)

 

323

 

Muiden

 

 

 

 

 

262

 

Opmerkingen:

 

geraamd 

 

 

 

 

 

maximum vloedhoogte in cm boven NAP

 

 

29-12-1836

5/6-1-1855

12-1862

1-1863

12-1863

1-1877

10-1881

Terschelling

 

255

270

250

217

163

232

Vlieland

 

274

249

269

194

219

204

Harlingen

 

263

273

278

268

288

252

Stavoren

 

204

202

208

204

227

223

Marken

 

235

225

185

235

247

228

Monnikendam

 

229,5

211

191

241

241,5

222,5

Amsterdam

 

 

 

 

 

256

224

Urk

 

233

235

224

237

238

251

Lemmer

 

218

235

221

239

235

262

Kuinre

 

232

292

229

257

262

262

Blokzijl

 

247

277

267

262

263

277

Vollenhove

 

279

300

295

280

283

290

Kraggenburg

 

244

279

294

269

264

277

Genemuiden

 

264

289

304

269

299

299

Zwartsluis

 

253

275

271

269

293

295

Hasselt

 

242

277

241

251

272

284

Zwolle

 

234

240

206

242

253

258

Mastenbroek (Gr.sl)

 

261

301

304

297

311

281

Paardenboer (Ganzendiep)

 

283

285

299

293

311

303

Schokland (Ens)

 

296

289

278

296

245

265

,, GZN

 

-0,05

-0,04

-0,04

-0,04

-0,03

-0,03

,, waterstand boven GZN

 

296

289

278

296

245

265

 ,, zeldzaamheid opwaaing (jr)

klasse 2 ?

52,5 jr

40,5 jr

29 jr

50,5 jr

12,7 jr

23

Keteldiep (lichten)

 

-

-

-

-

283

273

Kampen

 

261

259

252

261

280

276

Dronthen

 

255

275

285

285

305

285

Elburg

 

242

250

240

270

302

274

Muiden

 

247

235

197

245

255

229

Opmerkingen:

 

correctie:

geraamd :

 

 

 

 

maximum vloedhoogte in cm boven NAP

DATUM

 

1883

2-1889

12-1894

12-1895

jan-01

mrt-06

Terschelling

 

238

189

281

233

230

270

Vlieland

 

232

183

287

231

218

256

Harlingen

 

 

213

269

269

259

275

Stavoren

 

198

206

204

225

185

179

Marken

 

 

228

231

250

190

203

Monnikendam

 

 

231

236

251

184,5

197,5

Amsterdam

 

262

237

235

261

187

202

Urk

 

 

224

223

241

195

208

Lemmer

 

 

227

225

251

191

213

Kuinre

 

 

227

237

272

197

241

Blokzijl

 

 

235

236

290

208

242

Vollenhove

 

 

240

240

300

225

245

Kraggenburg

 

 

246

236

283

222

231

Genemuiden

 

 

270

238

302

207

250

Zwartsluis

 

 

261

234

302

207

250

Hasselt

 

 

242

228

289

205

245

Zwolle

 

 

244

235

275

201

235

Mastenbroek (Gr.sl)

 

 

271

235

296

211

251

Paardenboer (Ganzendiep)

 

 

265

231

278

186

280

Schokland (Ens)

 

-

225

231

262

211

235

,, GZN

 

-0,02

-0,01

0,00

-0,02

0,01

0,02

,, waterstand boven GZN

 

-

225

231

262

211

235

 ,, zeldzaamheid opwaaing (jr)

 

-

87,5 jr

8,8 jr

18,5 jr

5,9 jr

9,8 jr

Keteldiep (lichten)

 

 

248

235

263

213

227

Kampen

 

 

244

229

285

207

243

Dronthen

 

 

217

240

285

220

245

Elburg

 

 

257

237

282

229

249

Muiden

 

263

227

230

246

184

205

Opmerkingen:

 

 

opmerkelijk :

263

geraamd :

 

 

maximum vloedhoogte in cm boven NAP

 

 

 

feb-07

apr-12

sep-14

nov-14

jan-16

Terschelling

 

 

204

180

196

209

228

Vlieland

 

 

207

182

183

200

221

Harlingen

 

 

220

208

248

224

273

Stavoren

 

 

192

150

163

162

213

Marken

 

 

194

178

185

170

290

Monnikendam

 

 

188,5

172,5

188

180

284,5

Amsterdam

 

 

193

182

185

187

284

Urk

 

 

211

171

184

174

263

Lemmer

 

 

212

169

182

179

250

Kuinre

 

 

217

175

200

182

252

Blokzijl

 

 

225

207

217

192

262

Vollenhove

 

 

232

210

221

210

278

Kraggenburg

 

 

232

202

217

200

274

Genemuiden

 

 

230

201

235

197

279

Zwartsluis

 

 

230

206

235

201

278

Hasselt

 

 

229

205

216

192

276

Zwolle

 

 

225

203

212

189

272

Mastenbroek (Gr.sl)

 

 

231

219

231

211

281

Paardenboer (Ganzendiep)

 

 

216

202

204

198

284

Schokland (Ens)

 

 

234

196

200

195

270

,, GZN

 

 

0,02

0,03

0,03

0,03

0,04

,, waterstand boven GZN

 

 

234

196

200

195

270

 ,, zeldzaamheid opwaaing (jr)

 

 

9,7 jr

4,8 jr

5,2 jr

4,75 jr

20,3 jr

Keteldiep (lichten)

 

 

220

191

198

187

278

Kampen

 

 

218

199

200

192

287

Dronthen

 

 

228

215

220

205

315

Elburg

 

 

223

226

203

214

308

Muiden

 

 

189

188

180

176

299

Opmerkingen:

 

 

geraamd

 

 

 

 

maximum vloedhoogte in cm boven NAP

 

 

19-01-21

19-12-23

25-11-25

26-04-26

26-11-28

12-12-29

Schokland (Ens)

 

220

181

158

205

228

187

,, GZN

 

5,33

6,00

6,66

7,00

7,40

7,66

,, waterstand boven GZN

 

214,7

175,0

151,3

198,0

220,60

179,3

 ,, zeldzaamheid opwaaing (jr)

 

5,7 jr

2,8 jr

2,2 jr

4,5 jr

7,8 jr

3 jr

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 2. Getijden en herhalingstijden van Terschelling in 1920, 1933 en 1991

[6]

In 1920

Getij 1,50 meter
GZN 0,11 – NAP
GHW (vloed) 0,815 m + NAP
GLW (eb) 0,695 m - NAP

Na de aanleg van de Afsluitdijk

Getij 1,61 m
Verhoging GHW 0,135 m
Verhoging GLW 0,08 m


Bijlage 3. De frequentiekromme van stormvloeden in de periode 1176-1300 AD

De kromme rond 1250 AD kan momenteel – tot nader onderzoek concretere gegevens aanlevert - slechts geconstrueerd worden met enkele globale aannamen:
1. Het getij bij Terschelling ten opzichte van het lokale GZN is in de eeuwen voor de afsluiting van de Zuiderzee gelijk gebleven.
2. De snelheid waarmee het Zuiderzeebekken wordt gevuld verloopt lineair in de tijd. Natuurlijk zijn de toegangen tot het Friese bekken en de Kom (rond Urk) in de loop der tijd verwijd, en kan daardoor per tijdseenheid meer water binnen komen in de Zuiderzee (snellere vulling van het bekken), maar daar staat tegenover dat het oppervlak van het open water ook is toegenomen.
Er bestaat een behoorlijk nauwkeurig verband tussen de komvulling en de natte doorsnede van erodeerbare toegangsgeulen tot bekkens. Als de natte doorsnede van de toegang op gemiddeld zeeniveau (GZN) A bedraagt en de komvulling bij springtij V, dan geldt voor eren stabiele toegang
V = 17.103*A
V = instromend watervolume bij springtij in de periode tussen hoog- en laagwater [m3]
A = natte doorsnede van de toegangsgeul op GZN niveau [m2]
D.w.z. dat inpoldering van een deel van de Zuiderzee V verkleint, zodat ook A kleiner wordt; omgekeerd gebeurt bij vergroting van de Zuiderzeelagune.
3. Bepaling van strijklengte F.
De strijklengte is de obstakelvrije lengte waarover de wind over een watervlakte kan waaien. De effectieve strijklengtes zijn als volgt bepaald:
Voor de jaren 100, 800, 1850 zijn de oppervlaktes tussen de huidige Afsluitdijk en de zuidgrens van de NOP opgemeten uit de Atlas van Nederland in het Holoceen. Aangenomen is dat het oppervlak van 1850 globaal ook geldt voor 1700. Voor de periode 1700 bedraagt de opgemeten effectieve strijklengte Fe in het opwaaiingsgebied tussen 270 – 360 graden 35.328 meter.
De strijklengtes voor de jaren 800 en 100 zijn bepaald naar evenredigheid t.o.v. lengte in 1700, waarbij de relatieve verandering is bepaald naar de verhoudingen tussen de wortels uit de wateroppervlakken. De resulterende formule is:

Fe = 0,002*[jaartal]2 + 2,8444*[jaartal] + 24.678

4. De toegepaste formule voor opwaaiing s is

s = a*Vw2*F/ d

waarin:
s = opwaaiing of opstuwing (m)
a = coëfficiënt, voor grote wateroppervlakken ongeveer 0,40*10-6
d = waterdiepte tussen bodem en GZN, plus 0,5* s
Vw = windsnelheid in m/sec

5. De waterdiepte onder GZN is gelijk aan die voor de berekeningen van de landafslag (deel 4).
6. Als herhalingstijden van de stormen zijn de data van Den Helder gebruikt. Vervolgens zijn voor een aantal herhalingsjaren de opwaaiingen van beide periodes bepaald.
Vw= 1,9575Ln(herhalingstijd in jaren) + 20,265
7. Als opwaaiingen s voor het traject Schokland-Terschelling is aangehouden 0,6222*vloedhoogte boven GZN periode 1665-1916.<7>
8. De opwaaiingen van periode 2 (rond 1250) verhoudt zich tot die in periode 1 (1665-1916) als
[s2 = a*Vw2*F2/ d2] [s1 = a*Vw2*F1/ d1]
9. Uit de verschillen volgen de verlagingen van de vloeden voor de periode rond 1250 AD.
10. De frequentie van stormen is de periode rond 1250 AD is relatief hoog. De frequentie wordt aangepast aan het lange termijn gemiddelde door de frequentie te delen door de stormindex (periode 1176-1300: index = 1,1278)
11. Vanaf een herhalingstijd van 50 jaar loopt de kromme parallel aan de huidige kromme van Terschelling vanaf die herhalingstijd.

Gerrit van Hezel, Zwolle 29-12-2016

Zie ook de andere delen van ‘die vloeden van jare tot jare hogher‘ - Stormvloeden, terpen, dijken en landverlies in de kom van de Zuiderzee (800 AD – heden)

Voetnoten

De waterstanden komen uit de perioden 1675 t/m 1707, 1731 t/m 1854, 1855 t/m 1916. De stormvloeden van voor 1855 betreffen bijna allemaal stormvloedstranden te Amsterdam. De NAP waarden van Amsterdam in meters zijn getransformeerd naar die van Schokland met de relatie 1,9306*Ln(NAP stand Amsterdam) – 8,0208.
2 De standaarddeviatie van de relatie van de opwaaiïng boven GZN tussen Schokland en Amsterdam is bijvoorbeeld 24,4 cm. Dat wil zeggen dat er in zeldzame gevallen wel afwijkingen van > 48,2 cm kunnen voorkomen.
3 Dirkx c.s. (1996), p.107, 109.
4 Het historische verloop van de historische GZN-lijn van Schokland is toegelicht in het artikel ‘Riet, zegge en klei - De waterstanden en de bodem van Schokland en omgeving (1415 BC – 2016 AD),’ Gerrit van Hezel, Zwolle - 11-07-2016,
5 1570 Amsterdam 88 duim + NAP. 2,57 m + NAP. -> Schokland 2,94 m GZN = -0,017 -> opwaaiing 2.96 m -> 149 jr. 1570 Amsterdam 3,65 m + NAP Amsterdam 1/12 jr. Harderwijk mogelijk > 3,50 m + NAP. In Enkhuizen en Monnikendam kwam het in 1610 en 1825 hoger 1/ 50 - 80 jr
6 De zwaarte van de 1421-vloed op de Zuiderzee is nog minder dan die van 1570 bekend. Schattingen variëren afhankelijk van de uitgangspunten van 1/ < 121 jr à 1/23 - 38 jr (aan westelijk Noordzeekust 10 cm lager dan 1570). Indien 10 cm lager dan 1570 NAP 2,47 m. -> Schokland 2,84 + NAP. GZN = 0,091. Opwaaiing Schokland 2,75 + NAP -> 25 jr ?.
7 Uitgangpunt was het verhang Schokland-Terschelling gedurende de stormvloed van 1916.

Literatuur en bronnen deel 1 t/m 5

B., Th. V., Naauwkeurige beschryving der twee voornaamste Watervloeden der XVIII Eeuw in 1717 en 1775, Amsterdam 1776.
Barth, M.C. & J.G. T itus, (eds.), Greenhouse effect and sea level rise. New York 1984.
Beekman, A.A., Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795. Eerste deel, ’s-Gravenhage 1905.
Beenakker, J., Van Rentersluze tot strijkmolen. De waterstaatsgeschiedenis en landschapsontwikkeling van de Schager- en Niedorperkoggen tot 1653. Repro Holland, Alphen aan den Rijn 1988.
Berk, Gait L., De Punter. Weesp 1984.
Beyer, J.C., Gedenkboek van Neerlands watersnood in February 1825 (2 dln) 's-Gravenhage 1826
Biggelaar D.F.A.M. van den, S.J. Kluiving, R.T. van Balen, C. Kasse, S.R. Troelstra and M.A. Prins, Storms in a lagoon: Flooding history during the last 1200 years derived from geological and historical archives of Schokland (Noordoostpolder, the Netherlands). In: Netherlands Journal of Geosciences - Geologie en Mijnbouw / Volume 93 / Issue 04 / December 2014, p.175 – 196. DOI: 10.1017/njg.2014.14, Published online: 14 July 2014.
Boer P.C. de, A.J. Geurts, Oude burchten in het nieuwe land Hardcover. de middeleeuwse kastelen van Kuinre in de Noordoostpolder, 2002.
Buisman J., 1000 jaar weer wind en water in de Lage Landen. Franeker 2000, deel 3, 1450-1575.

Caland, A., Handleiding tot de kennis der dijksbouw en zeeweringskunde. Zierikzee 1833.
Coert, Drents water, Assen 1995.
Colmjon, G., Register van Oorkonden die in het Charterboek van Friesland ontbreken tot het jaar 1400, opgemaakt door G. Colmjon, archivaris-bibliothecaris der provincie Friesland. Leeuwarden 1884.
Coster, Wim, Bij nacht en ontijd – Rampspoed in Overijssel. Jaarboek Overijssel 1994. Zwolle 1994.
Croon, Jacobs (uitg.), Echt en naauwkeurig Verhaal wegens de droevige Overstroominge (…) in Nederland, Tusschen den 14den en 15den November, des Jaars 1775 Voorgevallen. Amsterdam 1775.

Dam Petra J.E.M. van, Denken over natuurrampen, overstromingen en de amfibische cultuur. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 21(2012); webversie 2014.
Deventer, J. van Hzn en W.T. Sandberg, Memorie betreffende dijks- en polderdistricten in Overijssel. Zwolle 1858.
Dirkx, Joep, Patrick Hommel, Jelier Vervloet, Kamper eiland. Een wereld op de grens van zout en zout. Kampen 1996.
Doedens, Anne en Jan Houter, De Canon van de Waddenzee. Zutfen 2015.
Drok, Willem-Jan, Het landschap rond Genemuiden: geschiedenis van bodem, landbouw en biezenteelt in relatie tot de natuur. Kampen 1985

Egberts, Egbert, Wie water deert die water keert. Overijsselse Waterschapsbond 1985
Ente, P. J., De IJsseldelta. In: Kamper Almanak Kampen 1973-1974, p. 37-164.
Ente, P. J., Het ontstaan van de bodem van de IJssel-Vecht Delta: West-Overijssel, Noord-Veluwe, Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland. In: Bijdragen uit het land van IJsssel en Vecht. Zwolle 1977, p.7-15.
Ente, P. J., J. Koning & R. Koopstra, De bodem van Oostelijk Flevoland. Lelystad, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Flevobericht nr. 258, 1986.
Ente, P. J., Het ontstaan van het Marsdiep en der Zuiderzee. Werkdocument 1986-102 abw. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Lelystad 1986.

Fockema Andreae S.J. en B. van 't Hoff. Christiaan Sgroten's Kaarten van de Nederlanden. Leiden 1961.
Fockema Andreae, Sybrandus Johannes, Studien Over Waterschapsgeschiedenis, deel 3. Leiden 1950.
Fokkink, R.J., Windopzet SOBEK-Bekken. RWS RIZA – WL/ Delft Hydraulics, 1998.
Fransen, Alfons, Dijk onder spanning. De ecologische, politieke en financiële geschiedenis van de Diemerdijk bij Amsterdam, 1591-1864. Hilversum 2011.

Gallé, P.H., Stormvloeden langs de Noordzee en de Zuiderzeekusten. Amsterdam, Zuiderzeevereniging, 1917.
Gaauw, P.G. van der, Booronderzoek terpen Schokland. R.A.A.P. notitie 24. Amsterdam, april 190.
Gerrets, Daniel Augustus, Op de grens van land en water. Dynamiek van landschap en samenleving in Frisia gedurende de Romeinse tijd en de volksverhuizingstijd, Groningen University Library 2010.
Gerritsen, S. & D.M. Duijn, Bronstijd greppels en een middeleeuwse terp. Inventariserend en aanvullend archeologisch onderzoek aan Westeinde 107, gemeente Enkhuizen. West-Friese Archeologische Rapporten 66. Hoorn 2014.
Glimmerveen, D.J. Geschiedkundig verslag van de (...) hooge watervloeden, doorbraken en overstroomingen welke Noord- en Zuid-Nederland (...) hebben geteisterd. Amsterdam 1856.
Gonggrijp, G.P., Op de fiets door het geologische landschap van Vollenhove. In Gea 1995-3, p.86-90.
Gottschalk, M.K. Elisabeth, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland (3 dln), Assen 1971; 1975; 1977. Scheveningen: 1977, p.223.
Gouw, J.L. van der, De oudste dijk van Nederland. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis (2), 1993. Websiteversie 2006.
GS. Verslag van de Gedeputeerde Staten der Provincie Overijssel omtrend den toestand der provincie in ... [div. jaren]. Zwolle.

Halbertsma, H., De St. Geertruidiskerk te Geertruidenberg in het licht der opgravingen. In: In de Hollandsche Tuijn II; Historische wetenswaardigheden van Geertruidenberg en naaste omgeving, 1988, p. 44-65.
Ham, Dr. Willem van der, Afleiden of opruimen, De strijd om de beste aanpak tegen het rivierbederf een beschouwing van 300 jaar rivierverbetering in het kader van de spankracht-studie, Rijkswaterstaat RIZA, 2004.
Heide, G.D. v.d., archeoloog bij de Directie van de Wieringermeer, Scheepsopgravingen en geologie. In: Grondboor & Hamer, nr.2:15, 1961, p.5-13.
Heide, G.D. van der, Terp- en dijkresten in het Zuiderzeegebied. In: Kamper Almanak, 1957, p.163-175.
Heide, G.D. van der, Archeologie van het Zuiderzeegebied. Oudheidkundig bodemonderzoek
in nieuw land, in: herziene Nederlandse vertaling van artikel in Antiquity and Survival, 1955.
Heide, G.D. van der, Voorlopige gegevens over de opgraving in de Boven- of St. Nicolaaskerk te Kampen. In: Kamper Almanak, 1961/1962, p.214-265.
Heide, G.D. van der, Enkele aanvullende gegevens over de opgravingen in de Boven- of St. Nicolaaskerk te Kampen. In: Kamper Almanak, 1962/1963, p.179-198.
Heide, G.D. van der, Van landijs tot polderland. 2000 eeuwen Zuiderzeegebied. Amsterdam 1962.
Hering, J.H. Hering, J., Bespiegeling over Neêrlandsch watersnood, 21 en 22 Nov. 1776. Amsterdam 1778.
Heyst, D. A. van, Aanteekeningen omtrent de gevolgen van zware stormvloeden, tusschen 1500 en 1825 voorgekomen, voor de dijken en polders langs het zuidwestelijk deel der Zuiderzee. Rapporten en mededeelingen van den Rijkswaterstaat, Nº 6 's-Gravenhage 1916.
Hezel, Gerrit van, Veldkeien; winning en toepassing in de regio. In: De Vriendenkring GEG: 36 (1996) 4 (winter). - p. 19-26.
Hezel, Gerrit van en Aaldert Pol, De Flevolandse geschiedenis in 100 en meer verhalen. Amsterdam 2009.
Hezel, Gerrit van, De Stormvloed van 1916 en zijn gevolgen. In : Cultuurhistorisch Tijdschrift Rondom Schokland, 56e jaargang nr. 1, Voorjaar 2016, p. 28-47.
Hezel, Gerrit van, Riet, zegge en klei - De waterstanden en de bodem van Schokland en omgeving (1415 BC – 2016 AD), Zwolle - 11-07-2016, gepubliceerd op de site:
http://www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl/
Hoek, S. van, Natuur- en geschiedkundige beschrijving van den verschrikkelijken watervloed tusschen den XIVden en XVden van Louwmaand (...) MDCCCVIII (3 delen) Haarlem 1808-1810.
Hogestijn, drs. W.H.J., Schokland in de Middeleeuwen. In: Schokland revisited. Cultuurhistorisch Jaarboek voor Flevoland. Lelystad 1992, p.95-113.
Hove, J. ten en F.D. Zeiler, Turfmakers en boterkopers. De geschiedenis van IJsselham , Ossenzijl, Kalenberg, Paaslo en Oldemarkt. Kampen 1996.
Hullu J. de, A.G. Verhoeven, Tractaet van Dyckagie. Waterbouwkundige adviezen en ervaringen van Andries Vierlingh. In: Rijks Geschiedkundige Publicatiën [RGP], kleine serie 20 [boek] en 20a [14 platen, losbladig in een map], 's-Gravenhage, 1920. Heruitgave door de Nederlandse Vereniging van Kust- en Oeverwerken van de manuscripten van Andries Vierlingh (Steenbergen?, circa 1507 - 1579), Nederlands waterbouwkundige. Rotterdam, 1973.

Jong, E. de, Een analyse van het windklimaat in Nederland, bachelor thesis Aardwetenschappen, UvA 2009.

Klappe, Bruno, Uit het Kamper Weekblad van 5 & 12-12-1836. In: Het Schokker Erf nr. 15, september 1990, p.25.
Klappe, Bruno, Op het spoor van Maenhuizen (2). In: Het Schokker Erf, nr. 95, augustus 2016, p.12-13.
Klappe, Bruno, Gezicht op Schokland. In: Het Schokker Erf, nr. 95, augustus 2016, p.17-20.
Klappe, Bruno en Wim Veer, Schokland – Een reconstructie van de ontvolking in 1859. Kampen 2009.
Koninklijk Nederlandsch Instituut van Ingenieurs, Notulen der vergaderingen van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Ingenieurs 1895/1896.
Kolmeschate, G.J. van, (e.a.), Een groot en deftig dorp; Zwartsluis tot 1800, Kampen 1991.
Kraker, A.M.J. de, 2013. Stormweer in de Nederlanden tijdens de 15e en 16e eeuw. In: K. Essink (Red.), Stormvloed 1509 – Geschiedenis van de Dollard . Stichting Verdronken Geschiedenis, Groningen, p.21-30 (ook: online op www.verdronkengeschiedenis.nl)
Kraker, Adriaan M.J. de, Historical climatology, 1950-2006. An overview of a developing science with a focus on the Low Countries. In: BelGeo 3, 2006: 307-339.
Kraker, A.M.J. de, The oldest Dutch ship’s logs (1595-1610), their interest for climate history in general and global climatic change in particular. In: T. Mikami (Ed.), Proceedings of the International Conference. Climate Change and Variability – Past, Present and Future -, Tokyo, 13-17 Sept. 1999 (gepulb. 2000).
Kraker, Adriaan M.J. de, Lage dijken, overstroming en bemesting Het einde van de ‘bemesting’ van de polders op en rond het Kampereiland tijdens de negentiende en twintigste eeuw. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 19(2010), p.15-19.

Laar G.M., Steenwijk bewaar’t. De historie van een oude landstad met haar buurtschappen. Steenwijk 1987.
Lakenman, Seger, Ontwerp van een onkostbaar en zeker middel om de Westfriesche zeedyken … te stellen buiten eenig gevaar van doorbrake. Amsterdam 1733.
Lamb , H.H., Climate and history in Northern Europe and elsewhere. In: Morner, N.-A. & W.
Karlen, (eds)m Climatic changes on a yearly to millennial basis. D. Reidel Publ. Comp.,
Dordrecht, Boston, Lancaster 1984.
Leeuwen, Jacob, Geschiedkundig tafereel van den watervloed en de overstroomingen in de provincie Vriesland, Leeuwarden 1832.
Linde, Geutje van der, Uit de rivier en zee geboren. Honderd erven op het Kampereiland 1364-2014. Kampen 2015.
Linden, H. van der, Geschiedenis van het waterschap als instituut van waterstaatsbestuur. In: Het waterschap, recht en werking, p.9-34. Deventer 1982.

Malde, ir. J. van, Historische Stormvloedstanden. Verbeterde versie, augustus 2003
Marrewijk, Dré van. Bewoning en bedijking van de IJsseldelta. In: Historisch Geografisch Tijdschrift 2, juli 1984, p.38-46.
Meier, Dirk, Die Nordseeküste. Geschichte einer Landschaft. Heide 2006.
Meier, Dirk, Hans Joachim Kühn, Guus J. Borger, Der Küstenatlas. Das schleswig-holsteinische Wattenmeer in Vergangenheit und Gegenwart. Heide 2013.
Miedema, M. Vijfentwintig eeuwen bewoning in het terpenland ten noorden van Groningen. Vrije Universiteit Amsterdam 1983.
Moerman, H.J. en Reijers, Rondom Schokland. In: Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap 2e reeks 64, 1947, p.423-429.
Mol, J. A. en K.van Vliet, De oudste oorkonden van het Sint-Odulfusklooster van Staveren. In: Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis 1 (1998), p.73-134.
Mol, J.A., Noordwest-Overijssel en en Zuid-Friesland - datering en fasering. In: Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis 14, 2011.

Nieuwhof, Annet (red.), Van Wierhuizen tot Achlum. Honderd jaar archeologisch onderzoek in terpen en wierden. Jaarverslagen van de Vereniging voor terpenonderzoek 98, 2016.
Nortier, Ir. I.W., Toegepaste vloeistofmechanica, Culemborg 1980.
Nooter, L., Op Schokland. In: Eigen Haard. Geïllustreerd Volkstijdschrift, 1903, p.692-696, p.734-736, 742-746.

Obreen, H.T., Der Vijf Deelen Zeedijken. Inventaris van de archieven. Monumenta Frisica 32. Fryske Akademy, Akademy-nummer 575. Leeuwarden/Ljouwert 1980.
Ortt, E.L., De invloed van wind en luchtdruk op de getijden. In: Verh. Kon. Inst. van Ingenieurs, ’s-Gravenhage, 1896-1897, p.117-130.

Pelkwijk, J. ter, Beschrijving van Overijssel's watersnood in February 1825. Zwolle 1826.
Peyma, Worp van, Verhandeling over de beste wijze van aanleggen van Zeedijken, en hervorming derze3lve, zijzonder met betrekking tot die der provincie Friesland. Franeker 1827.
Pieters,H, 2012. Herinneringscultuur van overstromingsrampen. Gedenkboeken van de overstromingen van 1775, 1776 en 1825 in het Zuiderzeegebied. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 21e, nrs. 1 en 2 juni/december 2012, p.48-57.
Pol, Aaldert en Gerrit van Hezel, Kraggenburg en de vaarweg van Zwolle naar zee. Kampen 2000.
Pota, Yftinus van, Gerard Aalbersberg, Onbekend, maar niet onbemind: terpen en terponderzoek in de Noordoostpolder. In: 29-141.

Raad, H. de, De dijk op hoog te. Uitgave ter gelegenheid van het op deltahoog te brengen van de Friese zeedijken. Harlingen 1993.
Rappol, M. en C.M. Soonius, In de bodem van Noord-Holland; geologie en archeologie. Amsterdam 1994.
Rohde, H. Sturmfluthöhen und säkularer Wasserstandsanstieg an der deutschen Nordseeküste. In: Die Küste, Heft 30, Heide i. Holst. 1977, p.61.
Ronde, ir. J. de (Dienst getijdewateren), Gemiddelde zeespiegel, gemiddelde hoog- en laagwaterstanden en stromingen. In: Waterbouw Info, april 1990.
Rooijendijk, Cordula, Waterwolven: een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers. Atlas, 2009.
Roos, Rolf en Nico van der Wel (red.), Duinen en mensen – Texel. Amsterdam 2013.
Rijkswaterstaat, Tienjarig Overzicht der waargenomen waterhoogten langs Zeeuwsche stroomen, Noordzee, Zuiderzee, Lauwerszee, Eemsmond en hoofdrivieren 1921-1930. Algemeene Dienst van den Rijkswaterstaat, ’s Gravenhage 1934.
Rijkswaterstaat, Directie algemene Dienst, Beschrijving van de provincie Friesland, behoorende bij de waterstaatskaart, 's-Gravenhage 1948
Rijkwaterstaat, Directie Algemene Dienst van de RWS, Beschrijving van de provincie Noord Holland, behorende bij de waterstaatskaart, 's-Gravenhage 1950.
Rijkwaterstaat, De veiligheid van Nederland in kaart gebracht. Eindrapportrage. Rijkswaterstaat projectbureau VNKL, eind 2014.

Schilstra, J.J., In de ban van de Westfriese Omringdijk. Hoorn 1974.
Schotel, P. Historisch overzicht van de hooge vloeden en overstroomingen tot het Jaar 1868, 's-Gravenhage 1922
Schweingruber, F.H., Bartholin, Th. Schar, E. & K.R. Riffa, 1988. Radioden itometric -dendro - limat logical conifer chronologies from Lapland (Scandinavia) and the Alps (Switzerland ). Bores 18, 559-566.
Stadt, Leontine van de, Nederland in 7 overstromingen. Zutphen 2013.
Stedelijk Museum Kampen, Den Dorpe van Bronope. Brunnepe van 1300 tot heden. Expositie 8 oktober t/m 5 november 1994, Kampen 1994.
Schier, D.M. van der, De afdamming van de Linde. In: Overijsselse Historische Bijdragen 101 (1986), p.22-32.
Schier, D.M. van der, De afdamming van de Linde. In: Overijsselse waterstaat in de kaart gekeken, Kampen 2011, p.125-133.
Schuttevaer, W.J., Beschouwingen over het eiland Schokland. Zwolle 1861.
Simonsz., Arend Folker (uitg.), Historie der watervloeden (…) van den Cimversen Vloed (…) tot den ongemeenen Watervloed, van den 14 Nov. Deezes Jaars 1775. Amsterdam 1775.
Staring, dr. W.C.H. , De aardkunde van Salland en het land van Vollenhove. Zwolle 1846.
Swets, J. Az., De Zuiderzee en de Kampereilanden, Kampen 1886.

Toebast, Judith, Voor als de dijken doorgingen. Maatregelen tegen rivieroverstromingen bij boerderijen, zeventiende-negentiende eeuw. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 21(2012); webversie 2014.
Tuin, J.D. van der, Studies naar het ontstaan van stormvloeden in Nederland. Een beknopt historisch overzicht tot 1980, met biografische aantekeningen. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 5(1996); webversie 2006.
Veen, G.A.J. van Engelen van der, De bedijking van den IJssel en zijne monden, Verslagen Meded. Overijsselsch Regt 1924, p. 16-17.
http://www.dboverijssel.nl/archieven/230
Ven, G.P. van de (red.), Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland, 5e herz. druk 2003.
Vereniging ter beoefening van Overijsselsch recht en geschiedenis Stadrechten, Overijsselsche Stad-, dijk- en markerechten. Uitg. Vereniging ter beoefening van Overijsselsch recht en geschiedenis Stadrechten, Zwolle; 2e deel, Dijkrechten, 1e - 8e stuk; 3e deel 1e – 19e stuk. Markerechten.
Vries, C. de, Geschiedenis van het eiland Urk. Kampen 1962.
Vos, P.C., The subatlantic evolution of the coastal area around the terp Wijnaldum-Tjitsma (Westergoo, the northern Netherlands), in: J.C. Besteman, J.M. Bos, D.A. Gerrets, H.A. Heidinga en J. de Koning (eds), The excavationas at Wijnaldum. Reports on Frisia in Roman and Medieval Times 1, Rotterdam, 1999, p.33-72.
Vos, Peter, Origin of the Dutch coastal landscape. Long-term landscape evolution of the Netherlands during the Holocene, described and visualized in national, regional and local paleogrphical map series. Utrecht 2015.

Ypey, A., Verhandeling over de Zeedyken, Harlingen/ Amsterdam 1777.

Vierlingh Andries, ?Johannes Hullu, ?A.G. Verhoeven, Tractaet van Dijckagie. 1920.

Warnars G. en P. den Hengst (uitg.), Historisch verhaal der overstroomingen in de Nederlanden, byzonder op den 14 en 15 van Slagtmaand des Jaars 1775 voorgevallen (..): benevens eene naauwkeurige lyst der schepen, welke in den storm van den 13. 14. 15. en 16 November des gemelden jaars verongelukt, gestrand of zwaar beschadigd zyn (...). Amsterdam 1776.
Wemelsfelder, P.J., De gemiddelde zeespiegel, zowel een feit als een illusie. In: Nederlands Geodetisch tijdschrift no. 9, november 1971.
Wieringa J. en P.J. Rijkoord, Het windklimaat van Nederland. KNMI, Den Haag 1981.
Wieringa, H., Hoog water. In: H. Wieringa (red.) Waterstaat in Overijssel. Provincie Overijssel, Zwolle 1983, p.41-68.
Woud, Auke van der, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam 1987.
Wybenga, P., Enkele aanwijzingen en problemen bij de oudste bewoningsgeschiedenis van Nederland. In: De vrije Vries, 43e deel, 1957.

IJpey, A., Verhandeling over de Zeedijken in het algemeen en die der Vijf Deelen in het bijzonder. Franeker 1777.

Zeehuizen J., Voordracht gehouden op 4 februari 1853 voor de 'Overijsselsche Vereeniging tot Ontwikkeling van Provinciale Welvaart': 'Over den verwaarloosden toestand van onze zeeoevers en rivierstranden.' In: Sloet’s Tijdschrift voor Staatshuishoudkunde en Statistiek, VIII, p. 398 e.v.
Zeiler, Frits David, 1825: de ‘vergeten’ watersnood. In: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis, 2007 p.19-26.

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0229-Zeespiegelstand-Nederland.html?i=9-54

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl