Op
de oude kadastrale kaarten was de plaats van het oude Emmeloordse kerkhof wel te
duiden, maar na de inpoldering was er visueel niets meer te herkennen.
Dat is gelukkig veranderd. Nu bevindt zich zuidelijk van de lichtwachterwoning
een fraaie gedenkplaats met de namen van Schokkers die er in de loop der eeuwen
zijn begraven.
Emmeloord was de woonbuurt op Schokland waar de bevolking voornamelijk
Rooms-Katholiek was. De St. Michaelkerk,
gebouwd in 1842, is weliswaar bij de ontruiming verdwenen, maar de stoffelijke
resten van vele honderden Schokkers bleven rusten in de grond van de terp.
In 1900 werd op Emmeloord een woning gebouwd voor de ‘lichtwachter’, de
bedienaar van de vuurtoren op de noordpunt. Die
woning is inmiddels
gerestaureerd en kan worden gehuurd voor bijeenkomsten van kleine gezelschappen.
In 1993 deed Bruno Klappe van de
Schokkervereniging in het blad Het Schokker Erf (nummer 23, 15 mei 1993) een
oproep, die hieronder integraal volgt:
Graag een hek om het kerkhof op Emmeloord
Slechts een enkeling die een bezoek brengt aan het gereconstrueerde haventje van oud-Emmeloord zal zich bewust zijn van het feit dat onder het hobbelige grasveldje op de terp nog steeds de stoffelijke resten liggen van vele honderden Schokkers. Naast de voormalige lichtwachterwoning ligt namelijk het kerkhof waar tot de ontruiming in 1859 de katholieke Schokkers werden begraven.
De
Schokkervereniging probeert al
enkele jaren een omheining rond dit kerkhof geplaatst te krijgen, zodat het voor
een ieder duidelijk is waar onze voorvaderen begraven liggen, maar tot op heden
is dat helaas nog niet gelukt.
Dat in vroegere tijden rond dit kerkhof een hek stond, kunnen we lezen in oude
archiefstukken uit 1806 en 1807. In die jaren was er namelijk onenigheid tussen
Berend van Kleef (1770-1825), die de sleutel van het kerkhof in bewaring had
gekregen van de opzichter van Waterstaat Lucas Seidel (1776-1827), en het
gemeentebestuur van Emmeloord, dat vond dat zij die sleutel behoorde te bewaren.
Na veel geharrewar kwam in 1807 de sleutel te berusten bij de omroeper Albert
Klaassen Broodbakker (1735-1814).
In 1854 was de staat van onderhoud van het kerkhof op Emmeloord zodanig dat de
hoofdingenieur van Waterstaat aan de Commissaris van de Koning voorstelde het
kerkhof op te heffen en alle Schokkers voortaan op de Zuidpunt van het eiland,
bij de "Kunst Licht Toren", te begraven, dus op de begraafplaats van de
hervormden.
De Commissaris keurde het plan goed, maar het gemeentebestuur was het daar
helemaal niet mee eens. Men vond dat het kerkhof best nog wel opgeknapt kon
worden door het plaatsen van een omheining, die volgens burgemeester Gillot f
351,43 zou moeten kosten.
Of het hekwerk er ooit gekomen is? Waarschijnlijk niet, want al enkele malen eerder was door de minister van Binnenlandse zaken een verzoek om subsidie afgewezen. Hij vond dat de Schokkers, als ze dan nodig een afscheiding wilden hebben, maar een sloot rond het kerkhof moesten graven. Dat konden zij zelf doen, en dat kostte dus niets.
Ik ben van mening dat het voorstel uit 1854 van burgemeester Gillot, het plaatsen van een hekwerk rond het kerkhof op Emmeloord, na al die jaren toch maar eens uitgevoerd moest worden. Laten we hopen dat de bevoegde instanties binnenkort de handen eens uit de mouwen zullen gaan steken, want zoals het kerkhof er nu bij ligt, is zo mogelijk nog onwaardiger dan 139 jaar geleden.
Bruno Klappe, Eindhoven
Bruno Klappe heeft zich in zijn boek Verhalen van Schokland uitvoerig bezig gehouden met de geschiedenis van het kerkhof. Pas omstreeks 1800, in de Bataafse tijd, kwamen er duidelijk regels over wat er wel en wat niet op het kerkhof diende te gebeuren. Nederland was inmiddels een eenheidsstaat en er kwamen op tal van terreinen nieuwe regels. Vanuit Den Haag werden ook normen voor het begraven opgesteld. Op Emmeloord was dat ook wel hard nodig.
In 1802 werd door het plaatselijk bestuur bekend gemaakt dat de gezamenlijke
burgers van Emmeloord zich moesten melden voor het ophogen van het kerkhof met
schelpen. Alle mannen onder de 60 jaar dienden zich te melden en werden daarop
ingedeeld in groepen van 20 man. Die ophoging was zeer wenselijk want het
kerkhof werd bij hoog water herhaaldelijk overstroomd. Voor de graven waren de
gevolgen soms dramatisch.
In hetzelfde jaar werd een reglement opgesteld met een reeks duidelijke
artikelen. Er stond bijvoorbeeld in dat de volwassen Schokkers en kinderen die
de eerste communie hadden gedaan aan de oostkant begraven moesten worden en wel
netjes op een rij. De nog niet aangenomen kinderen werden aan de westkant
gelegd. Drenkelingen en vreemdelingen werden afzonderlijk begraven op het lage
deel van het kerkhof.
Uit een der artikelen blijkt ook dat het kerkhof er voorheen niet altijd even
netjes bij lag. Zo worden de volgende verboden ingevoerd: “kubbeboten,
eijslopers, hooy-mitten, koemest op te gojen, fuiken te drogen, kleeren te
bleeken, pinken, kalveren of koejen op te zetten, brandhout op te leggen, of
iets diergelijks, dat schade kan toebrengen”.
Het kerkhof was dus blijkbaar een soort vergaarbak geweest en daar moest een
einde aan komen.
Een rij van namen
De katholieke begraafplaats van de Schokkers keerde in 2007 symbolisch terug in de vorm van het kunstwerk van de Amsterdamse kunstenaressen Annet Bult en Marianne Meinema. Het was een onderdeel van het project 'Redding Schokland' van Stichting Flevo-landschap, beheerder van dit gebied, de herinrichting van de noordpunt van Schokland met als doel de terp Oud-Emmeloord tot leven te brengen.
Het kunstwerk, bestaat uit een markering die staat in een schelpenpad. "Als de zon schijnt, zowel uit het oosten als het westen, reflecteren de namen in het zilver van het schelpenpad"', aldus Meinema. "Dan is het als het ware dat de mensen weer op de begraafplaats liggen".
Bij het graafwerk kwamen de kunstenaressen af en toe nog stukjes been tegen. Zij werkten dan ook precies op de plaats waar in het verleden de begraafplaats lag.
De
36 bekende Schokker namen, aangedragen door de Schokkervereniging, zijn o.a.
Stroeve, Toeter, Diender, Klappe, Kwakman en Van Kleef. Ze zijn horizontaal
liggend op een hekwerk aangebracht. Dat heeft een omtrek van 46 meter. Massief
staal, zoals dat past bij de Schokkers. In het hekwerk zijn drie bankjes
verwerkt, van oude bielzen. Het liefst hadden Meinema en Bult het hekwerk
ouderwets geteerd, want dat past ook bij de Schokkers – maar dat mag niet meer.
Het hekwerk kreeg wel een zwarte tint. 'Ruig en sober zwart', noemt Meinema het.
Als de zon erop schijnt, weerspiegelen de namen in het schelpenpad waarin de
markering komt te staan.
"Om op deze plek iets aan de geschiedenis te mogen toevoegen, is heel
bijzonder"', vertelde Meinema, onder de indruk van de sfeer die het vroegere
eiland nog steeds heeft. "Het is bijzonder dat je dit mag doen. Op deze plek, in
een wonderschoon landschap. En natuurlijk past daar de piëteit voor deze plek
bij. Daarom willen we het ook op een zo puur en zuiver mogelijke manier doen."
De hoogteverschillen keerden ook terug, in de bankjes bij de markering. Eén is van normale zithoogte, twee lopen schuin weg en het vierde bankje heeft een zithoogte van anderhalve meter. Dat is meer een poortje. Meinesma: "Het is geen hekwerk, eigenlijk ook geen markering. Het is meer een monument." Beide kunstenaars, die vaker samenwerkten, schreven onafhankelijk van elkaar in voor de opdracht van het Flevo-landschap. De beheerder van Schokland vroeg vervolgens beiden hun ideeën gezamenlijk uit te werken. Meinesma: "Wij vullen elkaar heel goed aan.
Meinema is de vormgeefster in staal, Annet Bult is landschapskunstenares. Zij heeft kijk op de markering van de Schokker begraafplaats en hoe die past in de omgeving met lichtwachterswoning en haven. "Met de familienamen kun je heel veel zeggen en zichtbaar maken"', zegt Bult. "Dat verdient deze plek ook, een plaats met een hele rijke geschiedenis in een kale en historie-arme polder. Die namen tonen een mooi verhaal. Wij hechten eraan om het werk hier zelf uit te voeren." Daarom werkten en logeerden de Amsterdamse kunstenaressen ook een weekje op Schokland.
Bronnen: Dik van Herwaarden, De Stentor 14-02-2007, een rij van 36 Schokker namen; De Flevopost 9-02-2007