Onderwijzers op het eiland Schokland in de Franse tijd (1)

Willem Steenbeek (1790-1804)

Persoonlijke omstandigheden en politieke houding

Willem Steenbeek kreeg in 1790 zijn benoeming als schoolmeester, koster en voorzanger op Ens.<13> Hij werd in 1771 geboren in Blankenham en is daar in 1791 getrouwd met Geertruid Willems Taats. <14> Hierna trouwde hij met Katharina de Wit, geboren in 1772 als dochter van de Emmeloordse onderwijzer Jan de Wit en Trijntje van de Reijn. <15> Katharina was vroedvrouw. Willem Steenbeek werd slechts 32 jaar oud. Hij stierf aan een ernstige ziekte. Dominee Gillot schreef op 4 mei 1804 aan het Departementaal Bestuur van Overijssel naar aanleiding van zijn overlijden: "Treffende slag voor mijne geheele gemeente, grievende ramp voor zijne dieptreurende vrouwe, met haar drie onnozele kinderen en het vierde staat voor den deure; te angstvalliger, als zij zelve in deezen benarden ommestand gevaarlijk ziek ligt, en wij aan haar herstel niet zonder reden wanhoopen." <16>
Willem Steenbeek was net als zijn schoonvader Jan de Wit zeer oranjegezind. Hij en het dorpsbestuur zaten op één lijn wat betreft de afwijzing van de omwenteling van 1795. Hij weigerde publicaties van het provinciaal bestuur aan te plakken. <17>

Onderwijskundig handelen

Op 19 juni 1797 waarschuwde de Synode, dat de vrijheid van godsdienst geen nadeel mocht toebrengen aan de Hervormde godsdienst en belijdenis.<18>
Deze defensieve opstelling kan eraan ten grondslag hebben gelegen, dat Willem Steenbeek na 1795 doorging met het geven van gereformeerd godsdienstonderwijs aan katholieke kinderen. Een door alle katholieken van Ens gesteund rekest bereikte dat zij op 31 juli 1797 daarvan werden vrijgesteld. <19>
Plaatselijk inspecteur pastoor Doorenweerd - door schoolopziener Sanders voor die functie aanbevolen - stelde in 1802 vast, dat het onderwijs op Ens nog bijna op de oude voet werd gegeven.<20> We mogen hieruit afleiden, dat Steenbeek in 1802 nog volop schriftuurlijke boeken, het Haneboek en de rekenmethode van Bartjens gebruikte.
De leerlingen voldeden over het algemeen aan bescheiden eisen. Doorenweerd constateerde te weinig eerbied bij het bidden, het schrijven was niet erg best, de kinderen wisten niets van leestekens, de spelling was pover en de leestoon niet goed. Het viel op, dat de kinderen niets van bijbelse geschiedenis wisten, een prikkelende conclusie van een katholieke geestelijke over het onderwijs van een gereformeerde onderwijzer. Steenbeek toonde zich niet toegankelijk voor de aanmerkingen.

Noten

13. Bruno Klappe, Pastoors, predikanten en vuurstokers van het eiland Schokland, (Urk, 1993) 105.
14. HCO, T 200, Inv 37-37a.
15. Bruno Klappe. 'De nagelaten goederen van Willem Steenbeek', Het Schokker Erf 26 (mei 1994).
16. HCO, T 3.1, Inv 5858, brief van H. Gillot dd 4 mei 1804.
17. HCO, T 3.1, Inv 2748.
18. GAK, X Archieven kerkgenootschappen, VI Hervormde Kerk, Inv 8.
19. M. Gasman, 'Schokland van 1796- 1808', Kamper Almanak (1956-1957) 205-218. Een overdruk in Het Schokker Erf 69 (september 2008) 4-17.
20. Ibidem.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl