Emmeloord had sedert de opmars van de Reformatie alle aanslagen op het geloof weten af te slaan. De predikant van Ens, die de opdracht had Emmeloord tot het ‘ware geloof’ te bekeren, bereikte niets. Openbare uitoefening van het katholieke geloof was en bleef verboden en Emmeloord kon dus eeuwenlang niet een eigen pastoor benoemen. De paus had Nederland tot zendingsgebied verklaard.
Met de komst van de Bataafse republiek en het planten van de vrijheidsboom op Emmeloord ( 1795) verkreeg Emmeloord wel het recht op het hebben van een eigen pastoor.
Bartholomeus Doorenweerd was van 1796-1808 pastoor van Schokland. Hij was een
geleerd man, had filosofie en theologie gestudeerd aan de theologische
hogeschool te Douay (Frankrijk).
Op de avond van 23 augustus 1796 zette hij voor het eerst voet op Schokland, om
er de volgende dag, de feestdag van zijn naamheilige de H. Bartholomeus, zijn
intrede als pastoor te doen.
Maar het feest in zijn parochie werd ernstig verstoord door onderlinge twisten. Niet ieder stond te juichen bij de veranderingen. In Holland - Emmeloord ressorteerde bestuurlijk nog steeds onder dit gewest - keek men argwanend naar de ontwikkeling op Emmeloord. Van Enkhuizen kwam een 'rijkelijk bevlagd vaartuig' met 25 'nationale agenten' (soldaten) om orde op zaken te stellen. Na overleg met de pastoor werden drie gematigde patriotten benoemd en diep in de nacht werd met klokgelui hun uitverkiezing aan het volk bekendgemaakt.
De pastoor geeft in zijn afscheidsrede meer bijzonderheden over zijn twaalfjarige periode op Schokland. Hij had er veel meegemaakt: strenge winters, besmettelijke ziektes, verdrinkingsgevallen en vijanden die tweedracht zaaiden. Hij had de afschuwelijkheid ervaren van het inzegenen van een huwelijk 'waar de bruid eerlang moeder zou worden'. En ook dat ouders 'hunnen dochters bij nacht te bier en in den wijn laten gaan' en dat 'zich een vrijster laat bezwangeren, als er maar het huwelijk op volgt'.
Zijn preken ademen de geest van de Verlichting: wijs de burger op een deugdzaam leven. Later zal Doorenweerd kritischer oordelen over de nieuwe richting. Op Emmeloord kon hij ook terugzien op successen. Het onderwijs was verbeterd. De kerk is 'het pronkstuk dezes eilandes' geworden. 'In onze gehele district vindt men bijna geene fraaijer.'
Bij zijn vertrek uitte hij de vurige wens: 'Dat noch uwe zoenen noch uwe dochteren mijnen opvolger het verdriet zullen aandoen van met anders gezinden vrijerijen te beginnen.' De pastoor vertrok in 1808 naar Kampen en overleed daar in 1832. Lees ook zijn verslag van de stormramp in 1807. Uitvoerige informatie over zijn persoon, geschriften en zijn periode in Kampen vind u hier. Zie ook het artikel van Gasman uit 1956 uit de Kamper Almanak.